Bijna
elk appartementencomplex in de Verenigde Staten heeft een aparte
ruimte met wasmachines, waar je als bewoner gebruik van kunt maken.
Toen ik aan Alma Street in Palo Alto kwam wonen, kostte
het $1. Nu is het al $1.50.
Maar die
prijsverhoging mag natuurlijk geen barrière vormen.
Vandaag
was het hoog tijd om een
wasje te draaien – barbaarsheid begint waar een schone
onderbroek
ophoudt. De rekening van beschaving wordt in kwartjes betaald.
6 oktober
2007, Steven Verhelst
Verdoemenis
‘Alles
gaat
naar de verdoemenis,’
zei mijn co-promotor Gijs van der Marel ooit. ‘Maar het gaat
langzamer bij lage
temperatuur.’ Hij doelde daarmee op
chemische tussenproducten van syntheseroutes, en dat je die maar beter
zo snel
mogelijk kon zuiveren en in de vriezer moest stoppen.
Dat alles
– niet
alleen in het laboratorium, maar in de hele wereld –
naar de verdoemenis gaat, is mij al jaren duidelijk. De opwarming van
de aarde
zal dat wel in een stroomversnelling brengen, door middel van
natuurrampen,
voedselgebrek en gewapende conflicten.
Hoe lang zal het
duren voordat de
eerste rijke Amerikanen zich op de planeet Mars zullen vestigen?
11 september 2007,
Steven
Verhelst
Bacteriën en chloor
De afgelopen
weken ben ik op het laboratorium aan het werk met de expressie van
eiwitten in E. coli
bacteriën. Na afloop moet het
glaswerk ontsmet worden met Glorix. Dat stinkt; het is dezelfde lucht
die
vroeger in het Holybad te Vlaardingen hing.
Ik
was zes of zeven, en ik moest elke week
naar het Holybad. Ik bad tot God, dat weet ik nog. Mijn gebeden waren
simpel:
‘Laat ons geen bordjes opduiken vandaag, want dat kan ik
niet.
Amen.’ Maar mijn verzoek werd niet verhoord. We gingen altijd
bordjes opduiken.
Toen ik zeven
was, ben ik van mijn geloof
gevallen, in het zwembad. God bestond niet meer, ik was alleen, in een
lucht van
bacteriën en chloor.
3
september 2007, Steven Verhelst
Inhaalslag
Een modern mens ben
ik nooit geweest – ik heb mijn hele leven achter gelopen.
Toen iedereen in
mijn klas zijn werkstukken al met een tekstverwerker op een computer
maakte,
zat ik nog achter de Triumph typemachine van mijn vader. De wereld zag
Windows95, maar ik werkte nog met MS-DOS. En na de introductie van de
DVD kocht
ik mijn eerste videorecorder.
De laatste jaren
ben ik met een inhaalslag
bezig. Ik heb een oven, een magnetron, een digitale camera, een mobiele
telefoon, een IBM thinkpad T60, een laserprinter, en sinds gisteren ook
kabelinternet. Ik ben een modern mens. En dat voor slechts twintig
dollar per maand. Maar of ik er veel
gelukkiger door word, moet nog blijken.
2 september 2007, Steven Verhelst
Stiltegebied
De
receptioniste van het Crowne
Plaza
hotel in Chicago
gaf me een kamer op de vijftiende verdieping, een stilte-zone. Naast de
lift
hing een bord met regels. Deze kamers werden niet verhuurd aan
kinderen, grote
groepen, fanfare’s en circusdieren. En zingen onder de douche
was ook niet
toegestaan.
De
airconditioning was afgesteld op de ideale slaaptemperatuur. Op mijn
bed vond ik een gezichtsmasker en een zakje kamille-thee. Naast de
wekker lag
een cd met rustgevende muziek en tips voor een goede nachtrust.
Ik
had een King leisure bed, en ook
al hadden er drie naakte meiden naast me gelegen –
nóg zou ik als een baby in
slaap zijn gevallen.
16 Augustus 2007, Steven Verhelst
Great America
Gisteren ben
ik met de collega’s
van het laboratorium naar het attractiepark ‘
Paramount’s
Great America’ gegaan. Het ligt
midden in
Silicon Valley,
bijna geflankeerd
door de gebouwen van Yahoo, McAfee en Sun microsystems. De naam van het
park deed
me weinig goeds vermoeden, maar de baas betaalde, dus ik ging mee.
De
attracties in Great America zijn ingedeeld
in verschillende
categorieën:
low, mild, moderate,
high en
aggressive thrill.
Mijn
enthousiasme
was laag, maar een aantal collega’s was door het dolle
heen. Dus deden we
alle
aggressive thrill rides.
De
achtbanen, tja, die vond ik wel leuk.
Vooral de eufemistische bordjes
aan het begin van de rit: ‘
Vanwege
de
gelimiteerde dimensies van de stoeltjes is deze attractie ongeschikt
voor
mensen met grotere fysieke proporties.’
De rijen waren kort - kwam dat doordat het een
doordeweekse dag was, of omdat er zoveel groot geproportioneerde mensen
rondliepen?
Toen ik om zes uur thuiskwam, ben
ik tot mijn eigen verbazing eerst drie kwartier gaan hardlopen. Het is
de
adrenaline, besefte ik toen ik op mijn balkon aan het uitblazen was. De
rest
van de avond lag ik voor Pampus.
Voorlopig
geen achtbanen meer. Schrijvers
moeten geen adrenaline door
hun aderen hebben bruisen, schrijvers moeten stil zitten en slechts hun
vingers
agressief over het toetsenbord laten gaan.
1 Augustus 2007, Steven Verhelst
De gelukkigste dag van de eeuw
Ik
las in de krant dat er vandaag
meer bruiloften zijn dan op elke andere dag van dit jaar. Het is
namelijk de
gelukkigste dag van de eeuw, 7-7-7.
Ik associeer 7-7-7 niet met geluk, maar met
gokautomaten. Al lang
voordat ik in Amerika Las Vegas bezocht, was ik geobsedeerd door de
machines
met de blinkende lampjes en de rollende wielen. Op mijn
tennisvereniging in Vlaardingen
stond er
eentje, vlak bij de bar. Ik en mijn tennismaten gingen er regelmatig
met een
handvol kwartjes achter zitten. We waren een jaar of twaalf, dertien,
en de
barman kneep wel een oogje dicht.
Mijn vriendjes lieten de automaat uitbetalen
als ze een paar gulden
hadden gewonnen zodat ze ijs konden kopen. Voor hen bestond geluk uit
ijs. Of
een bord patat. Maar ik speelde dóór, zoals ik al
die volwassen mannen door had
zien spelen totdat ze met een holle blik vanachter de automaat kwamen
en
langzaam naar hun auto slenterden.
De echte gokker gaat door tot al zijn geluk
verdwenen is. Want het
uitzicht op winst is zoveel mooier dan de winst zelf.
Het is zaterdag, 7 juli 2007. Ik zit op een
van mijn geel-fluorescente
balkonstoelen een een glaasje ijsthee te drinken. Vandaag is niet mijn
geluksdag, denk ik. Geen enkele dag is mijn geluksdag. Ik balanceer op
de rand
van de jackpot en de treurigheid, dat zal ik mijn hele leven wel
blijven doen.
Geplaatst op
7
juli 2007, Steven Verhelst
The Palo Alto Library
Op
het
parkeerterrein van de Palo Alto Bibliotheek in Mitchell Park staat een
grote,
metalen bus waar boeken in geworpen kunnen worden. Een drive-through
inleverstation, zodat je niet uit je auto hoeft te stappen en naar
binnen hoeft
te lopen. Lichaamsbeweging wordt beschouwd als een groot kwaad.
Vrijwel
overal in Amerika hebben grote
supermarkten en warenhuizen elektrische wagentjes waarmee je door de
winkel
kunt rijden wanneer je te lui of te dik bent om te lopen.
En op die manier lijden
steeds meer mensen aan overgewicht. Ik ben er in de afgelopen jaren
gewend aan
geraakt, zoals je ogen gewend kunnen
raken aan de duisternis.
Slechts af en toe, wanneer ik in het Stanford ziekenhuis iemand zie
lopen van
wie het kuitvet over de strakke sokken heen blubbert, realiseer ik me
dat er iets mis is met deze wereld.
Geplaatst op 26 juni 2007, Steven Verhelst
Berichten
|
Column
|
Chemistry
|
Biografie
|
Links
|
Contact