Vlaggetjesdag
In het Münchner Stadtmuseum staat een exemplaar van Hitlers
Mein Kampf
tentoongesteld. Tja, erg veel is er aan de buitenkant niet aan te zien.
Aan de binnenkant ook niet, heb ik me laten vertellen. Het is
breedsprakig, in oude, Duitse bewoordingen geschreven.
In Nederland is verkoop van het boek trouwens
verboden,
maar op internet is het gewoon te downloaden, zelfs in Nederlandse
vertaling. Na drie bladzijden verveelde het me al en sloeg ik het
document op mijn harde schijf op.
Misschien is er bij een of andere
veiligheidsdienst nu een
vlaggetje achter mijn naam gezet. Maar mijn naam had waarschijnlijk al
een vlaggetje na het downloaden van het manifest van Anders Breivik, de
DOOM-levels van de Columbine Highschool schutters en de
gebruiksaanwijzing van een TEC-9 semi-automatisch wapen. Vlaggetjes
zijn vrolijk. Een extra vlaggetje in de decembermaand kan geen kwaad.
8 december
2011,
Steven Verhelst
Grote gedachten
In het heelal stelt de aarde niets voor. Sterker nog, de zon stelt
niets voor. Met een beetje geluk is de zon een pixel
op de
fotografische plaat van een buitenaardse beschaving. En op een
onzichtbaar stipje naast die gloeiende pixel leven mensen. De mens is
insignificant klein. Maar zijn gedachten zijn groot. Zijn gedachten
vormen zijn persoonlijk universum.
Ik
ben een God in 't diepst van mijn gedachten
En zit in 't binnenst van mijn ziel ten troon
Over mij zelf en 't al, naar rijksgeboôn
Van eigen strijd en zege, uit eigen krachten.
En als een heir van donkerwilde machten
Joelt aan mij op en valt terug, gevloôn
Voor 't heffen van mijn hand en heldere kroon:
Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten.
—En tóch, zo eindloos smacht
ik soms om rond
Úw overdierb're leên den arm
te slaan,
En, luid uitsnikkende, met al mijn gloed
En trots en kalme glorie te vergaan
Op úwe lippen in een wilden vloed
Van kussen, waar 'k niet langer woorden vond.
(Sonnet V - Willem Kloos; uit: Verzen, 1894)
Een universum van woorden en kussen, is dat niet
genoeg?
Dan hoeft de rest van al die sterren en planeten niet eens te bestaan.
8 november
2011,
Steven Verhelst
7 miljard
Een paar dagen geleden bereikte het aantal menselijke
aardbewoners zeven miljard. Het zijn er nu al weer bijna een
miljoen meer. Het is krankzinnig, het is een plaag.
Het is allemaal de schuld van landbouw. Landbouw
en
technologische vooruitgang. Zonder die twee zouden mensen 10.000 keer
schaarser zijn, en zouden er nu misschien een half miljoen mensen op
aarde rondlopen.
Een half miljoen, zou dat niet prettig zijn? Dan
kun je op
zaterdagmiddag tenminste een beetje doorlopen in de Rotterdamse
koopgoot.
bron
grafiek: Wikipedia
4 november
2011,
Steven Verhelst
Wijn proeven
Mensen die direct een flinke slok
nemen, hebben
weinig van wijn proeven begrepen. Ze missen een groot deel van de
smaakperceptie die via de neus plaatsvindt.
Je moet neus compleet in het wijnglas steken en
kleine
snufjes nemen, alsof je brand ruikt. Want met een enorme ademteug
verzadig je de geurreceptoren.
Ik was in Napa Valley, ongeveer 50 mijl boven San
Francisco, en liet me de wijnen goed smaken. Uiteindelijk verliet ik de
valei met twee zinfandels, een petite sirah, een sauvignon blanc, een
pinot noir, een port en twee flessen Louis Martini's 2008 Monte Rosso
Proprietary Red, een blend van petit verdot, cabernet sauvignon, merlot
en cabernet franc.
Bukowski schreef in
Women:
If I had to choose between
drinking and fucking, I think I'd have to stop fucking.
Dat denk ik ook - als het tenminste om flessen uit Napa gaat.
30 oktober
2011,
Steven Verhelst
Klooster
Vorige week zat ik nog op een kasteel, nu ben ik in een Klooster.
Kloster Scheyern.
Niet uit religieuze overwegingen, maar voor een wetenschappelijke
bijeenkomst.
Uiteraard wordt er ook bier gebrouwen. Best lekker
bier
wel. Tijdens het eten nam ik er twee, en ik vroeg me af hoeveel mannen
er vroeger louter voor het bier monnik zijn geworden.
6 oktober
2011,
Steven Verhelst
Kleine kamers en kleine
potjes thee
In Amerika ben ik gewend geraakt aan ruime en goed uitgeruste
hotelkamers. Zelfs de meest achenebbisj motels in Amerika hebben een
koelkast, een breedbeeld TV, een magnetron, een strijkijzer, een
koffiezetapparaat en een haardroger. Dat laatste heb ik niet nodig,
behalve als ik helemaal natgeregend ben en geen droge broek bij me heb.
Ik betrok een vier sterren hotel in Leipzig, en
tot mijn
verbazing kostte het slechts 44 euro per nacht. Dat is 11 euro per
ster. Met mijn hoofdrekencapaciteiten is nog niets mis. Het ontbijt was
naar verhouding dan weer duur. Ruim 35% van de overnachtingsprijs.
Tijdens het ontbijt moest ik kort aan mijn opa
denken.
'Ik drink elke middag een potje thee,' zei hij vaak. Want
hij was gevoelig voor nierstenen. Volgens hem kwam het door de
pitjes in de tomaten. Die gingen in je nieren zitten. Sinds hij dat
zichzelf wijsgemaakt had, haalde hij de pitjes uit zijn tomaten. En
dronk hij elke middag een potje thee.
Als de potjes thee van mijn opa net zo klein waren
als bij
het ontbijt in mijn hotel te Leipzig, verbaasde het mij niets dat hij
het aan zijn nieren had. Want ik dronk alleen bij mijn ontbijt al drie
potjes thee. Maar goed, ik had dan ook een paar biertjes gedronken, de
avond ervoor. Dat dan weer wel.
22 augustus
2011,
Steven Verhelst
Relatietherapie
& kunstmatige inseminatie
Mijn
physalisplantjes krijgen bloemen, maar bij gebrek aan bijen moet ik als
relatietherapeut optreden en met lichte dwang de bevruchting op gang
helpen. Het heeft resultaat. In de lampion-achtige blaadjes beginnen
zich vruchtjes te vormen, die ik – zodra ze rijp zijn
–
genadeloos van hun ouders zal scheiden en op zal eten. Het beroep van
relatietherapeut heeft zo zijn voordelen.
6 augustus
2011,
Steven Verhelst
Hartslag
Bij de juwelier hingen tientallen klokken aan de wand; klokken met
gewichten, klokken met lange klepels. Al het getik van de bewegende
klepels en secondenwijzers deed me kort denken aan het museum uit het
boek
Een heilige van de
horlogerie van W. F. Hermans.
Achter de toonbank stonden twee kale mannen van 40
en 50.
Over een paar jaar zou ik er misschien ook kunnen gaan werken.
Het batterijtje van mijn hartslagmeter was leeg.
Ik gaf
het horloge aan de jongste van de twee. Hij ging
zitten, klemde
een loep in zijn rechter oogkas en keek naar de achterkant van het
horloge. Met een klein schroevendraaiertje maakte hij de schroefjes los.
Na vijf minuten kreeg ik het ding weer terug. 'Hoe
ik het gelijk moet zetten, weet ik niet.'
Hij was niet alleen kaal, maar ook traag van
begrip, net
zo traag als de staande klok in de hoek die zojuist met langzame, zware
slagen had aangekondigd dat het middaguur gepasseerd was.
'Het is een hartslagmeter,' zei ik nog, maar de
juwelier ging er niet op in.
'Zes euro vijftig.'
Ik overhandigde hem het geld.
Sommige mensen geloven dat je slechts een vooraf
bepaald
aantal hartslagen hebt. Is dat aantal verstreken, dan ga je dood. Sport
is dus slecht voor de levensverwachting, net als alle vormen van
opwinding die het hart sneller doen slaan. Het is natuurlijk onzin,
maar stel dat het waar zou zijn, dan nog zou ik voor een korter leven
met opwinding kiezen. En sport.
Toen ik thuiskwam, ging ik hardlopen langs de
Isar. Met hartslagmeter.
28
mei 2011,
Steven Verhelst
Vergane gloriedagen
Vroeger was downtown Las Vegas, met name Fremont Street, het centrum
van entertainment. Daar verschenen de eerste casino's.
Golden Gate,
Binion's en
Golden Nugget. Nu
wordt Las Vegas voornamelijk geassocieerd met de casino's op Las Vegas
Boulevard, zoals
The
Venetian, The Mirage,
Flamingo en
New
York-New York. De gloriedagen van downtown Las Vegas zijn
voorbij.
Ik was downtown gegaan om in de
Golden Nugget
een pokertoernooi te spelen. Het was half elf 's ochtends. Zonder
neonlichten was de sfeer er uitermate treurig. Binnen zaten bejaarde
mannen en vrouwen met een flesje bier achter de eenarmige bandieten, de
fruitautomaten. Ze staarden met een holle blik in de ogen voor zich
uit. Hun gloriedagen lagen ver in het verleden. Hun restte slechts het
wachten op een laatste jackpot.
En mijn gloriedagen, dacht ik, komen die ooit nog?
Of zijn ze al in stilte voorbijgegaan?
8 april
2011,
Steven Verhelst
Knut en de vrouwen
Er is heisa, rond Knut, de overleden ijsbeer uit de
dierentuin van Berlijn. Hij heeft zowat dezelfde celebrity-status als
Boris Becker. Knut heeft een eigen
Wikipedia-pagina,
er zijn boeken en liedjes over hem geschreven, zijn afbeelding stond op
een Duitse postzegel, in kranten en op de cover van glossy’s
zoals Vanity Fair.
Nu is hij dood.
Vanwege stress, zeggen ze.
De dierentuin had Knut samengezet met drie
vrouwtjes.
Natuurlijk levert dat stress op. Samenleven met
één vrouw
is al lastig, laat staan met drie. Maar dat is dan ook de enige reden
dat ik mij met de ijsbeer kan identificeren.
22 maart
2011,
Steven Verhelst
Vliegtuigspotten
Freising
ligt niet ver
van het vliegveld van München. Soms kom ik er langs, tijdens
hardlopen of fietsen, en dan zie ik ze staan. De vliegtuigspotters. Met
verrekijkers, visstoeltjes en thermosflessen zitten ze langs de
landingsbaan. Ze houden lijsten bij met bestemmingen, landingstijden,
modellen.
Af en toe speel ik met de gedachte om in de remmen
van
mijn fiets te knijpen, naar zo’n vliegtuigspotter te gaan en
te
zeggen: ‘Meneer, die informatie kunt u ook allemaal op de
website
van het vliegveld vinden, hoor.’
10 februari
2011,
Steven Verhelst
Wolpertinger
Een
wolpertinger is een
dier dat alleen in de Beieren voorkomt - en dan voornamelijk in de
hoofden van de mensen. Een levend exemplaar is bij mijn weten nog nooit
aangetroffen, maar in het Duitse
Jagd-
und Fischereimuseum
in München hebben ze een aantal opgezette Wolpertingers. Het
schijnen vooral hazen met horens en vleugels te zijn. Ze
zien er angstaanjagend uit, maar of het rotbeesten zijn, weet ik niet.
Er zijn twee manieren om ze te vangen.
Methode
1 is zout op hun staart leggen, maar ik heb een voorkeur voor
methode 2. Wolpertingers hebben een zwak voor vrouwelijk schoon. In het
woud, tijdens volle maan, moet de jager een mooie vrouw meenemen,
die haar borsten ontbloot - dan valt de wolpertinger flauw en
kan
de jager toeslaan.
8 februari
2011,
Steven Verhelst
Rotbeest
Het VARA
programma Vroege Vogels stelt de rotbeesten top 50 samen. Via hun
website kun je stemmen. Wie zal ik
op nummer 1 zetten? De hond? De mug? Het bedbeestje?
Eén dier met discutabele reputatie zag
ik niet in de lijst staan: de mens.
6 februari
2011,
Steven Verhelst
Ring
Ik
ben slecht in het onthouden van verjaardagen. Ik ken alleen die van
mijzelf, mijn ouders, broer en zus. Niet van mijn grootouders, ooms en
tantes. Noch van vrienden, neven of nichten. Op een of andere manier
lukt het mij niet.
Facebook
herinnert je automatisch aan verjaardagen – dat is makkelijk.
Maar mijn grootouders, bijvoorbeeld, zitten niet op Facebook, mijn
grootouders zijn dood.
Een tijdje geleden kreeg ik deze ring in mijn
bezit, die
ooit van mijn opa geweest is. Mijn opa heette ook Steven. In de ring
staat zijn verjaardag gegraveerd, 23 januari.
Nu vergeet ik mijn opa’s geboortedag
niet meer, maar
het is te laat. Er zijn geen verjaardagen meer op Leeuwerikstraat 2 te
Vlaardingen, verjaardagen waarop een doos met sigaretten en sigaren
rond ging, waarop vrienden van mijn opa jenevertjes dronken en hun
vrouwen cointreau. Waar gingen hun gesprekken over, hun verhalen? Ik
weet het niet meer. Het waren verjaardagen waarop ik stilletjes met een
blokje kaas op de bank zat. Verjaardagen waarop ik me afvroeg wat er
later van mij terecht zou komen. En dat vraag ik me nog steeds af.
23
januari 2011,
Steven Verhelst
Liefde
In het Koreaans heten verstandskiezen liefdeskiezen. De periode waarin
ze doorkomen, markeert de tijd waarin de liefde jouw kant op komt.
Vandaag werd er bij mij een liefdeskies getrokken.
Na de
operatie keerde ik terug in een leeg appartement. Was er
maar een
Koreaans meisje dat zachtjes ijsblokjes over mijn wang wreef!
13
januari 2011,
Steven Verhelst
Wormgaten
Monaco is niet alleen bekend om het casino, maar ook om de Grand Prix
Formule 1 die er jaarlijks plaatsvindt. Het is de enige Formule 1 race
die op een stratencircuit gehouden wordt. Hier en daar waren
in
de straten nog de rood-witte markeringen in de bochten te zien.
De meeste andere straten liggen op een ongelijk
niveau, de
ene soms tien, twintig meter lager dan de andere. Ze staan met elkaar
in verbinding door slecht aangegeven liften en trappen. Het voelde
alsof ik in een computerspel zat, waar je verborgen doorgangen moet
kennen om snel naar een volgende level te komen. Wormgaten die je in
een ander stadsdeel doen belanden. Maar nergens was een wormgat
waardoor ik naar een tropisch eiland met heupwiegende meisjes in
bananenrokjes werd getransporteerd.
5
januari 2011,
Steven Verhelst