Decembermaand - Sinterklaasgeloof
Sinterklaas is weer terug naar Spanje. De kado's zijn uitgepakt, de chocoladeletters in hapklare brokken gebroken.
Of mijn kinderen nog in Sinterklaas geloven...?
Ikzelf was mijn geloof in god eerder kwijt dan mijn geloof
in Sinterklaas. Van Sinterklaas kreeg je tenminste nog wat. God
beloofde slechts het eeuwige leven. Had hij echt niet kleiner?
.
7 december 2024,
Steven Verhelst
Waanzin
Vandaag liep ik mijn allereerste marathon - in Antwerpen.
Ik had natuurlijk al regelmatig 10 km wedstrijden gelopen
en ook een aantal halve marathons, maar de hele marathon bleek toch
andere koek.
Mijn trainingen waren goed gegaan. Mijn langste duurloop
was 34 km geweest, een paar weken voor de marathon. Daarna had ik het
aantal kilometers per week weer verminderd om niet overtraind aan de
start te verschijnen. Ook had ik geoefend met eten en drinken onderweg.
Maar het werd afzien. Het werd afzien zoals ik nog nooit gedaan had.
Na ongeveer 27 km kreeg ik wat problemen met mijn maag.
Als ik nu nog één rozijn eet, dacht ik, kots ik alles uit.
De laatste 14 km kon ik nauwelijks nog iets eten of drinken. Toen kwam ik snel de man met de hamer tegen.
Het werd een fysiek en mentaal gevecht. Mijn
kilometertijden liepen snel op, maar opgeven deed ik niet. De laatste
tien kilometer, hoewel langzamer, wist ik mijn tempo toch vlak te
houden, en ik finishte nog ruim onder de vier uur. Na de finish moest
ik een minuutje tegen een hek leunen. Mijn benen konden me nog net
dragen. Ik kwam slechts stap voor stap vooruit, op weg naar de hal waar
de sporttassen van deelnemers in bewaring waren gegeven.
Dit was waanzin. Maar wel waanzin die voor herhaling vatbaar lijkt.
20 oktober 2024,
Steven Verhelst
Bijbelboeken
Ik ben de roman
De jakobsladder
van Maarten 't Hart aan het herlezen. In het boek spelen twee jongens
blind schaak in de kerk door van het ene hoofdstuk in een bijbelboek
naar het andere te bladeren. Ezechiël 2 naar Ezechiël 4 werd
dan e2-e4.
Al fietsend naar het werk dacht ik aan de bijbelboeken,
waarvan ik de namen vroeger op de zondagschool uit mijn hoofd
diende te leren. In de juiste volgorde.
Soms maakten we er grapjes over. Wat mij veertig jaar
later nog invalt: "Maleachi, waarom lachie? Om Habakuk, want zijn broek
is stuk. Breng hem naar Ezechiël, die maakt 'm wel."
We zorgden ervoor dat de vrouwen die de zondagschool leidden, het niet hoorden.
En god? DIe hoorde ons ook niet. Daar was ik als
achtjarige al van overtuigd. Ik was een jonge atheïst, omgeven
door naïeve kinderen en vrouwen met wijde truien en slechte
kapsels.
16 oktober 2024,
Steven Verhelst
Hoogleraar
Ik mocht mij in 2015 al professor noemen
(in België hebben, net als in de Verenigde Staten, maar anders dan
in Nederland, assistant en associate professoren ook de titel
prof). Vanaf vandaag ben ik officieel bevorderd tot hoogleraar.
Er verandert verder vrijwel niets. Mijn salaris gaat
nauwelijks omhoog, maar ik kan wel meer taken op mij nemen. Voorzitter
zijn als doktorandi hun proefschrift verdedigen, voorzitter van het
departement worden, en zo zijn er nog een aantal meer zaken.
Mijn bevordering dank ik voor een deel aan Willem Frederik
Hermans, want toen ik mijn aanvraag voor bevordering tot hoogleraar
schreef, las ik ter inspiratie zijn roman "Onder professoren".
Misschien wordt het nu tijd om mijn eigen
Onder professoren te schrijven, met daarin mijn kritiek op het reilen en zeilen in de academische wereld.
1 oktober 2024,
Steven Verhelst
Toevallige bloem
Toen ik dit weekend in de Leidse Hortus Botanicus was, stond de
Amorphophallus titanum, ofwel de penisplant, in bloei.
Dat was toevallig, want de plant bloeit maar ongeveer eens
in de tien jaar en dat duurt slechts twee dagen.. De bloem verspreidt
dan een stank van rottend vlees, want de bestuiving van de plant
gebeurt via vliegen.
De stank viel deze keer wel mee, want het ging om een
relatief kleine bloem, die toch nog ruim een armslengte hoog was.
De natuur is raar, mooi en interessant. Het is alleen jammer dat er steeds minder natuur overblijft.
24 september 2024,
Steven Verhelst
Oerwoud, het thuisfront en heerlijke traagheid
In Leuven was het heet geweest. Heter nog dan op Fuerteventura.
Gelukkig gieterde onze buurman de tuin. Door de zon, de temperatuur en
het water waren de planten, struiken en bomen flink gegroeid. Het leek
wel een oerwoud toen ik - eenmaal thuis - door de schuifdeur onze
achtertuin betrad.
Toen ik kind was, had ik geen zorgen over de tuin. Ik had zorgen over Swiebertje.
Swiebertje was een televiesie-serie uit de jaren zestig en
zeventig werd uitgezonden, en in de jaren tachtig werd herhaald. Ik
keek iedere week een aflevering, maar wat moest ik doen tijdens onze
vakantie in Frankrijk? In ons vakantiehuisje was geen televisie. En als
er al een was geweest, werd daar zeker geen Swiebertje uitgezonden.
Ik schakelde het thuisfront in.
Het thuisfront bestond uit mijn opa en oma.
Mijn opa schreef mij elke week een ansichtkaart, waarop
hij in heel klein, maar keurig handschrift, de gebeurtenissen van de
afgelopen episode in detail opschreef. Hij stuurde die naar ons
vakantieadres, en een flink aantal dagen later ontving ik de kaart met
een samenvattig van de gemiste aflevering.
Wat een heerlijke traagheid bestond er vroeger.
21 augustus 2024,
Steven Verhelst
Reddingsactie
In het hotel was een grote boekenkast. Voor hen die geen - of te weinig - boeken bij zich hadden.
Ik had in de boekenkast verschillende Nederlandstalige boeken ontdekt, en ik ging met het boek
Schuld van Walter van den Berg terug naar mijn kamer.
Dit was geen strandlectuur, dit was literatuur.
Het boek las ik binnen korte tijd uit, nog ruim voordat ik weer af moest reizen.
Eigenlijk verdiende Van den Berg het niet om in een
boekenkast van een strandhotel te liggen. Beter zou ik het meenemen
naar Leuven en daar bij De Slegte geven, of in een boekentil zetten,
waar mensen gratis een boek kunnen pakken of wegzetten.
Helaas was er geen plaats meer in mijn
backpackers-backpack. Zelfs na het weggooien van verschillende oude
t-shirts, onderbroeken met scheuren, sokken met gaten, leek de rugtas
voller dan toen ik vertrok. Vuile was, niet opgevouwen, maar weggepropt
in een plastic zak, neemt meer plaats in dan schone was.
Met een schuldgevoel plaatste ik het boek terug in de
boekenkast van het hotel. Hopelijk kwam er ooit een andere hotelgast
die het boek zou weten te redden.
18 augustus 2024,
Steven Verhelst
Afscheid
Ik had een aantal kleren mee op vakantie, die al bijna helemaal
versleten waren. Ik nam ze mee om aldaar weg te gooien nadat ik ze
gedragen had.
Het ging om een t-shirt met een afbeelding van Jesus
Quintana - een karakter uit de film The big Lebowski - en om een Calvin
Klein pet. Het t-shirt had ik ooit kado gekregen van collega's op
Stanford, omdat ik altijd grappige t-shirts droeg en natuurlijk een
enorme fan van de film ben. De pet kocht ik ooit bij een Calvin Klein
outlet store in de San Francisco Bay Area.
Het t-shirt en de pet - wij hebben veel reizen gemaakt.
Naar Las Vegas, naar Los Angeles, naar Salzburg, naar Plzen, naar
Barcelona, en ik weet niet precies meer waar allemaal nog meer naartoe.
Maar de laatste reis gaat naar Fuerteventura.
En waar mijn laatste reis zal eindigen?
15 augustus 2024,
Steven Verhelst
Dromen
Het matras in mijn nieuwe kamer is zo hard, dat ik al heel vroeg wakker
werd. Ik kon de springveren door de stof heen in mijn nek en rug voelen
drukken. Ik twijfelde er zelfs aan of het wel een matras was, waar ik
op lag. Misschien hadden ze per ongeluk een boxspring neergelegd.
In elk geval was ik vandaag zo vroeg terug van mijn uur
hardloop training, dat ik nog ruim de tijd had om te kijken naar meer
dan de helft van de Olympische marathon voor vrouwen met Sifan Hassan.
Sifan Hassan is een hardloopheld. Ze won al bronzen
medailles op de 5000 en 10000 meter, en ging nu weer voor een medaille
op de marathon.
Op Instagram plaatste ze een citaat van Mohammed Ali. "If your dreams don't scare you, they aren't big enough."
Ook ik droom van het lopen van een marathon - mijn eerste.
Nou ja, niet deze dagen, want op zulke harde matrassen dringen dromen
niet door tot het bewustzijn.
11 augustus 2024,
Steven Verhelst
Muchos grandos buikos
Naast het zwembad en op het strand zag ik ligstoelen met
getatoeërde beachbodies, maar meest mensen die leken op walrussen,
nijlpaarden en wavissen. Mensen met vetrollen. Mensen met buiken rond
als prijswinnende pompoenen. Mensen met onderbuiken die hun eigen
onderbuik hadden. Ruggen met vetkwabben die hun eigen kwabben hadden.
Buiken met donkere vlekken, buiken met paarse strepen, buiken met rode
zweren.
Alle maaltijden in het hotel waren buffetten. Als je hier nog geen overgewicht had, kreeg je het wel.
Bij het buffet aan het zwembad zaten twee amigos dubbele
hamburgers te eten. Ik noemde ze los hermanos alamanes, want het waren
twee broers, vermoedde ik, en ze kwamen uit Duitsland. De ene had een
normaal postuur, de andere had een enorme buik, waardoor de knoopjes
van zijn Hawaii-shirt bijna op springen stonden. Ze dronken allebei een
bier én een slushie - en toen alles op was, liepen ze nog eens
naar het buffet.
Hoe lang zou het duren voordat het dos amigos met muchos grandos buikos zouden zijn?
6 augustus 2024,
Steven Verhelst
Trein
Ik zit in de trein tussen Antwerpen en Roosendaal, en kijk naar
buiten. Ik zie twee watertorens in een parkje waar een paar
zwervers op het gras ontwaken, naast een stel verroeste barrels van
fietsen die in de bosjes gesmeten waren.
De muren langs het treinspoor zijn het decor van grafitti.
Het is beter zichtbaar in deze boemeltrein dan in de intercity. Ik kom
langs station Antwerpen-Noorderdokken. Daarna volgt Ekeren. Een dik,
afzichtelijk wijs stapt als enige uit. Laat ons hier snel weer
vertrekken, denk ik.
In het lange gras van de berm ligt een stapel
verkeersborden met palen eraanvast op betere tijden te wachten.
Werkloos zijn ze. Het is crisis, niet alleen voor de mensheid.
Twee minuten later is er weer een stop. St-Mariaburg. Niemand stapt in of uit.
In de verte zie ik windmoens naast een paar hoogspanningsmasten. Ze stonden stil.
Windenergie is mooi, want die kun je 's nachts ook
opwekken. Zonne-energie zou je eigenlijk naar de andere kant van de
wereld moeten kunnen sturen.
Net over de grens met Nederland zie ik koeien in de wei
liggen. Hun ogen gaan open, hun ogen gaan weer dicht. Ze boeren gras op
en herkauwen het leven. Er zit een zuur smaakje aan, net als hun melk,
wanneer die te lang heeft gestaan.
's Avonds neem ik dezelfde weg weer terug, en stapte op Antwerpen-Berchem over op de trein naar Leuven.
Boven Antwerpen zweven een drietal heteluchtballonnen.
Mijn gedachten zweven ook hoog boven mij, ver van mijn lichaam vandaan,
lijkt het. Waar is de geest? Waarom is de geest?
Ik stap in mijn trein en begeef me op weg naar huis.
27 juli 2024,
Steven Verhelst
Zeeën van tijd
Roland Garros is al een week geleden begonnen, en ik heb er nog niets van gezien.
Toen ik tiener was, keek ik vanaf de kwartfinale bijna
elke wedstrijd. Daarna volgde Wimbledon, de Tour de France en in
sommige jaren het EK of WK voetbal en de Olympische zomerspelen.
Sommige Touretappes keek ik van begin tot einde. Vier,
vijf, zes uur achter elkaar. En vijfsetters waren ook
uitputtingsslagen, niet alleen voor de spelers, maar ook voor de
televisiekijkers.
Ik ging ook nog een paar keer per week zelf tennissen,
twee keer per week zwemmen en een paar keer per week hardlopen. En ik
las elke week een boek.
Ik moet zeeën van tijd hebben gehad.
Tegenwoordig is er stress. Niet alleen voor volwassenen,
maar ook voor jongeren. Keuzestress - want er is té veel. Het
zou goed zijn als sociale media af en toe eens op testbeeld zou gaan.
2 juni 2024,
Steven Verhelst
Jaar van de slak
Hondenweer, pestweer, pokkenweer, takkenweer, kloteweer, kutweer - het
kan me niet schelen hoe je het noemt. Het houdt maar niet op met
regenen.
De akkers liggen er zompig bij en boeren kunnen met de trekkers het land niet op.
De tuinen zijn nat, en onze tuin zit vol slakken.
Je kunt ze elke ochtend verzamelen en in de biobak gooien,
maar er komt geen einde aan het leger naakt- en huisjesslakken die
bloemen en groenten wegvreten. 2024 is het jaar van de slak, dat staat
wel vast.
Intussen doe ik 's ochtends, als iedereen nog slaapt, stiekem een zonnedans.
1 juni 2024,
Steven Verhelst
Harry
De dokter die mijn huisarts verving, leek op meester Harry, de
hoofdmeester van mijn lagere school. Misschien kwam het omdat hij een
snor had van rossig haar.
Van meester Harry mochten er af en toe twee leerlingen
tijdens het taalwerk of rekenwerk naar supermarkt De Wilt om een
groene, zure appel te kopen en een zakje zoute drop. Dat waren zijn
tussendoortjes voor de dag. Tegenwoordig zou dat niet meer door de
beugel kunnen, want stel dat er iets onderweg zou gebeuren...
Omdat ik snel klaar was met mijn rekenwerk, werd ik vrij
vaak naar de winkel gestuurd. Soms kochten we ook iets voor onszelf.
Dat mocht wel van meester Harry. Iets kleins, want we kregen maar een
paar gulden mee.
De vervanger van mijn huisarts stuurde me niet om drop en
appels, hij stuude mij naar de apotheek met een recept. Geld kreeg ik
ook niet mee. Zat ik nog maar op de lagere school, toen de wereld nog
klein en eenvoudig was.
12 april 2024,
Steven Verhelst
Oordruppels en viltstift
Mijn huisarts had een prop in mijn oor geconstateerd en mij oordruppels
voorgeschreven.Ze roken naar de dikke, zwarte viltstift die ik ooit in
Amerika kocht vlak voordat ik terug naar Europa verhuisde, om de
verhuisdozen te markeren met mijn naam en adres.
Ik keek op de ingrediënten en zag dat er onder
andere xyleen in zat. Dimethylbenzeen. Inademen van xyleen kan
duizeligheid en verwardheid veroorzaken.
Ik ben regelmatig verward, maar dat wijt ik aan de wereld, niet aan xyleen.
2 april 2024,
Steven Verhelst
20 jaar
Deze week is het 20 jaar geleden dat ik mijn doktorstitel haalde.
Het was op 24 maart 2004 aan de universiteit Leiden.
Bij de onderzoeksgroep waar ik mijn promotieonderzoek had
gedaan, was het een gebruik om op de ochtend voor de verdediging van
het proefschrift een borrel te drinken met promotor, co-promotor en
paranimfen.
Ik had een fles Vlaardingse schelvispekel meegenomen, want
van jonge jenever, die er normaal werd geschonken, was ik niet zo'n fan.
De borrel viel bij mij meer in de smaak dan bij de anderen, maar dat is een detail.
De dag zelf verliep vrij ontspannen. Na de borrel en
taart, ging ik met mijn paranimfen lunchen en verkleedden we ons in het
verplichte rokkostuum. Daarna bezochten we nog kort de Hortus Botanicus
om nog even de gedachten bij iets anders te hebben. In de namiddag vond
de verdediging plaats, en na het overhandigen van de oorkonde door
Prof. Jacques van Boom mocht ik mijzelf "dr." noemen.
Er was een receptie, een etentje, en een feest (in De
Grote Beer te Leiden), waarop flink werd gedronken en gedanst. Pas laat
in de nacht (of vroeg in de ochtend) ging ik naar huis.
Wat is er in de afgelopen 20 jaar gebeurd? Ik naar
Stanford gegaan, met een kort bezoek aan het MRC Cambridge, ik ben mijn
eigen laboratorium begonnen aan de Technische
Unviersiteit München, ik ben daarna aan het Leibniz Instituut
verbonden geweest, voordat ik mijn huidige positie aan KU Leuven kreeg.
In de tussentijd ben ik zeker een betere wetenschapper geworden. Want uitgeleerd raak je nooit.
28 maart 2024,
Steven Verhelst
Muskusrathallucinatie
De ochtend gloorde al toen ik aan mijn hardloopronde begon. In het
duister zag ik iets over de weg rennen. Het was de dik en harig voor
een kat. Was het een bever, een otter, een muskusrat? Of een kleine
weerwolf die zich uit de voeten maakte, voordat het licht zou worden?
De volle maan stond aan de hemel en scheen door een paar
slierten nevel heen. Ze leek zich steeds sneller naar beneden te
bewegen om plaats te maken voor de opkomende zon. Hallucineerde ik of
tolde mijn hoofd van vermoeidheid?
Ik bleef naar de maan kijken, tot die achter de bomen en
huizen verdween en mijn rondmalende benen mij eindelijk thuis brachten.
25 maart 2024,
Steven Verhelst
Tevredenheid, spierpijn en Bart Veldkamp
Gisteren liep ik mijn eerste 10 km loop van dit jaar - bij Regio Atletiek Mechelen.
Het was een graad of tien, bewolkt, droog en eigenlijk prima loopweer.
Zou ik als een Bart Veldkamp van start gaan? In elke
wedstrijd die hij reed, leek hij wel weg te gaan op het schema van het
wereldrecord. Of in elk geval zijn persoonlijk record.
Het wereldrecord zat er voor mij niet in, maar misschien wel een persoonlijk record.
De eerste twee kilometer gingen super makkelijk, en zat ik al tien, vijftien seconden voor op schema.
Ik nam bewust wat gas terug om niet in te storten, maar
bleef goed tempo lopen. De laatste kilometer perste ik er nog alles
uit. Sneller ging niet met dit lichaam.
Uiteindelijk was ik 5 seconden sneller dan mijn beste tijd tot nu toe.
Die avond overheerste de tevredenheid, en de spierpijn.
11 maart 2024,
Steven Verhelst
Geen slee
Afgelopen weekend gingen mijn zoon en ik naar het park, waar je vanaf
een besneeuwde heuvel naar beneden kon glijden. Een slee hadden
we niet, maar zittend op een plastic zak ging het ook.
We roetsjten beide naar beneden, want de sneeuw op de
heuvel was al platgetreden door andere kinderen die met een slee naar
beneden waren gegaan.
Voor een uurtje voelde ik mij weer kind. Daarna
liepen we met koude voeten weer naar huis, waar niet alleen de
volwassenheid maar ook een warme chocolademelk wachtte.
22 januari 2024,
Steven Verhelst
Het Fargogevoel
Er viel sneeuw in Leuven. Meer dan er in de afgelopen vijf jaar tesamen, leek het.
Mijn buurvrouwen en ik waren tegelijkertijd de sneeuw van
onze stoepen aan het scheppen. Een soort saamhorigheidsgevoel daalde op
mij neer.
De witte wereld deed mij denken aan de film Fargo, aan de
scène waarin een politieagent een buurtbewoner ondervraagt die
sneeuw aan het ruimen is. Het ging over een verdacht persoon. Een
persoon die er merkwaardig uitzag.
In Fargo gebeuren dingen waarbij saamhorigheid geen rol
speelt. Desondanks blijft het een van mijn favoriete films van mijn
favoriete regisseurduo, Joel en Ethan Coen.
18 januari 2024,
Steven Verhelst
Doel 1
Afgelopen weekend bracht ik mijn dochter - zij in de fietskar, ik op de
fiets - naar een verjaardagsfeestje in de buurt van Wezemaal-Rotselaar.
Niet ver daarvandaan zat het Sven Nys Cycling Center, nog zo'n vijf
kilometer verder fietsen.
Ik fietste erheen en betaalde de luttele drie euro toegang. Te geef, voor een wielerfan als ik.
Het museum was vrij klein, maar er was veel te zien, en de
veldrijhelden van welleer - Reinier Groenendaal, Adri van der Poel,
Danny De Bie, Paul Herygers, Wout Van Aert, Matthieu van der Poel, en
natuurlijk ook Sven Nys - gingen weer leven.
Buiten stond ik even te kijken naar de sporen in de modder
- stille getuigen van de GP Sven Nys, nog geen week geleden. Daarna
sprong ik terug op de fiets.
Hiermee was een van de eerste doelen die ik mij voor 2024 had
gesteld, al bereikt. Misschien werd dit een productief jaar.
11 januari 2024,
Steven Verhelst