banner
Roadrunner

Negen uur nadat ik vanuit Duitsland weer in Palo Alto ben aangekomen, vertrek ik alweer voor een wetenschappelijk symposium in de woestijn ergens in het zuiden van Californië.
   Ik heb een jetlag, en mijn kamergenoot snurkt. Geen goede combinatie.
   Rond ons motel zijn af en toe roadrunners te zien. Misschien moest ik ook maar eens heel hard wegrennen.

27 april 2008, Steven Verhelst

Bier

In de trein naar München trok de man die naast mij op het balkon zat een flesje bier open. Het was tien voor elf in de ochtend.
   Ik weet niet of bier drinken voor het middaguur normaal is in Zuid-Duitsland, of dat ik met de lokale landloper te doen had. Zijn haar zat zo in de war, dat hij best een nacht buiten geslapen zou kunnen hebben. Maar het boek dat hij aan het lezen was – over technische bouwkunde – leek mij geen kost voor een zwerver. Tenzij hij het op straat had gevonden en slechts met zich mee droeg om de volgende nacht zijn hoofd op te leggen.
   Ik stelde mijn drankgebruik nog even uit, tot na het inkopen van Beierse souvenirs.

23 april 2008, Steven Verhelst

Die einsame Spargel Frau

Asperges

Freising bij München is een dorp, een ander woord is er niet voor.
   Zaterdagmiddag gingen vrijwel alle winkels om één uur ’s middags dicht. Er was niets te koop. Geen pak melk, geen glimmende appel, geen schone onderbroek.
   Het enige wat wel te koop was, waren verse Spargel, asperges.
   Op een weg naar een nieuwbouwwijk, waar elke auto met zestig kilometer per uur voorbij scheurt, stond een vrouwtje in een houten keet verse asperges te verkopen. Achter de keet had het Spargel-vrouwtje haar eigen chemisch toilet. Op een of andere manier stemde het mij treurig.
   Niemand stopte, en ook ik liep, zo snel ik kon, voorbij.
 
20 april 2008, Steven Verhelst

Schiphol

Twee bejaarden die bij de X-ray controle op Schiphol voor mij staan, proberen uit zuinigheid twee blikjes sinas mee te smokkelen. De beveiligingsbeambte vist ze triomfantelijk uit de tas van de vrouw. ‘Deze mogen niet mee, mevrouw.’
   ‘Maar ik heb hartstikke dorst!’ roept ze.
   Even snel een slokje nemen, is er niet bij. De veiligheidsvoorschriften laten niet toe dat in dit gedeelte van het vliegveld een blikje sinas geopend wordt.
   ‘U moet ze weggooien of terug in de rij gaan staan.’
   De rij is zeker vijftig meter lang. ‘Ik vind het stom,’ zegt de vrouw nog tegen de beambte, terwijl ze langzaam verderschuifelt.
   Ik achtervolg het bejaarde echtpaar een paar minuten, maar ze gaan nergens een winkeltje binnen om iets te drinken te kopen. Met die dorst zal het dus wel meevallen.
   Het duurt nog ruim een uur voordat mijn vlucht naar München vertrekt. Ik drink ergens een kop thee en kijk naar alle rare mensen die voorbij komen.

19 april 2008, Steven Verhelst

Visum

In afwachting van mijn visum voor de Verenigde Staten logeer ik bij mijn ouders in Vlaardingen.
   Ik ben maandag bij het Amerikaans consulaat in Amsterdam langsgeweest, en ik zou mijn paspoort met visum al lang met de post ontvangen moeten hebben.
   Morgen vertrek ik naar Duitsland, maar mijn paspoort heb ik nog niet. Ik krijg zo langzamerhand maagpijn van de stress. Of van alle koekjes, chocolaatjes, nootjes, zoutjes, ijsjes en bonbons waarmee mijn moeder mij probeert vol te stoppen.


18 april 2008, Steven Verhelst

OV-fiets

Ernest van der Kwast

Het openbaar vervoer is deze dagen mijn beste vriend. Want niemand in Nederland wil me zijn/haar auto uitlenen. En dat is misschien maar goed ook.
   Dinsdagavond bracht de trein me naar Rotterdam, waar ik met collega-schrijver Ernest van der Kwast uit eten ging in Restaurant La Stanza. Het werd een avond met zeven gangen, wijn, grappa, en eindelijk weer eens een goed gesprek over literatuur.
   Tegen elf uur reed ik weer naar het station, op de OV-fiets die Kwast voor mij op het station had afgehaald. Die fietsen zien er natuurlijk belachelijk uit, maar gelukkig was het donker.
 
OV fiets

16 april 2008, Steven Verhelst

Toerist in eigen land

Amsterdam

Het valt me op hoeveel bleekneuzen er in Nederland rondlopen. Koude winters, bewolkte lentes. Het weer vergt zijn tol.
   Vandaag was ik in Amsterdam, en ik deed maar net alsof ik een tourist was. Op de Dam voerde een Canadese straatartiest een Harry Houdini-achtige act op, terwijl hij onafgebroken opmerkingen maakte over voorbijgangers (tegen een jongen met legerbroek: ‘Die camouflagebroek werkt niet!’).
   Omgeven door Duitsers, Fransen, Ieren en Japanners bleef ik staan kijken tot aan het hoogtepunt van de show, toen hij zichzelf van zijn ketens en dwangbuis ontdeed.
   Daarna repte ik me naar het Amerikaans Consulaat voor de verlenging van mijn visum. Want in Amerika ben ik geen toerist.

14 april 2008, Steven Verhelst

temperatureHeet

Silicon Valley begint op te warmen. Vandaag las mijn thermometer in Palo Alto dertig graden Celcius. Tijd om naar een regenachtig Europa af te reizen.
   Ik zit in de lounge van United Airlines en wacht totdat mijn vlucht naar Londen vertrekt.
   Aan het raam zit iemand bier te drinken. Waar hij dat vandaag heeft, is mij een raadsel. Er is koffie, thee, frisdrank, een assortiment van fruit, kaas en toastjes, zakjes chips, nootjes, mini-bagels met smeerkaas, en muesli-repen. Maar nergens zie ik flesjes bier.
   Niets is erger dan iemand op een hete dag bier zien drinken, terwijl je zelf op een droogje zit.
   Ik ga met mijn rug naar het raam zitten en open mijn laptop.
 


13 april 2008, Steven Verhelst

Intel

Noyce

Robert Noyce was samen met Gordon Moore de oprichter van Intel. Bovenstaande quote vond ik in het Intelmuseum, op het terrein van het hoofdkwartier van Intel in Santa Clara, niet ver ten zuiden van Palo Alto.
   In de wetenschap mislukken vrijwel alle experimenten die uitgevoerd worden. Alleen de optimist gaat verder. En de paar procent die lukt, brengt ons vooruit.
 
12 april 2008, Steven Verhelst

100 jaar
SU SOM 100
In 2008 bestaat de Stanford University School of Medicine 100 jaar. Gefeliciteerd.
   Rond de gebouwen van de School of Medicine zijn tientallen metershoge vlaggen en borden neergezet om ons te herinneren aan het jubileumjaar. Maar de School of Medicine bestaat natuurlijk alleen maar bij gratie van zijn artsen en onderzoekers, die dag in dag uit met wetenschap bezig zijn.
   Weken geleden vroeg ik me af – pessimist die ik ben – of we dit jaar nog een extraatje zouden krijgen, een pen, een button, een doekje voor het bloeden.
   Maar nee, Stanford pakt groter uit met de festiviteiten. Vorige week was er een schrijversforum, en over twee weken vind er een barbeque plaats voor alle medewerkers. Ook zal er een tijdscapsule worden samengesteld met (medische) voorwerpen van deze tijd. Over honderd jaar, in 2108, zal deze weer geopend worden.
   Hoe zal de wereld er over honderd jaar uitzien? Zal kanker genezen zijn? AIDS de wereld uitgeholpen? Nieuwe ziekten de kop opgestoken?
   Eén ding is zeker: deze blog zal niet meer bestaan.
 
9 april 2008, Steven Verhelst

Geur

Geuren kunnen sterke herinneringen oproepen.
   Op een parkeerterrein ergens in Mountain View, iets ten zuiden van Palo Alto, ruikt het precies zoals het rook in de lagere school waar mijn moeder vroeger werkte, en waar ik als vierjarig jongetje een keer op bezoek kwam. De geur die daar hing, is mij altijd bijgebleven, een geur van hout en hars, een geur van geluk.
   Na het bakken van bacon rook het in mijn appartement naar mijn oma, die haar hele leven in een slagerij aan de Waalstraat te Vlaardingen heeft gewerkt. Ze nam elke zaterdag worst voor ons mee, en had altijd chocolade in huis, want daar houden kinderen van. Bijna iedere keer als ik haar opzocht, stopte ze me vijf gulden toe. ‘Ik ben een oud mens, ik heb er toch niets aan,’ zei ze dan.
   Hoewel mijn oma al jaren geleden is overleden, leek het alsof ze mij had bezocht, hier in mijn appartement in Palo Alto. Nergens lag een reep Verkade of een briefje van vijf, maar de geur van vers vlees en vette worst, die geur bleef nog uren hangen.
 
8 april 2008, Steven Verhelst

Bacon

Bacon

Op elke ochtend cornflakes kun je ook niet leven. En zondag is de meest geschikte dag om, met een lichte kater, een uitgebreid ontbijt te maken.
   Ruim twee jaar geleden heb ik een algemeen gezondheidsonderzoek ondergaan: mijn cholesterol bleek uiterst laag. Sindsdien ben ik meer rode biefstukken en eieren gaan eten. Een jaar later was mijn cholesterol nog lager. Nu bak ik af en toe een pannetje bacon. Afwachten wat dat met mijn cholesterol-spiegel doet.

6 april 2008, Steven Verhelst

Thaiboksen

Stanford Muey Thai

Vrijdagavond organiseerde Stanford Muey Thai een avond Thaiboksen, met zes gevechten. Ik was nog nooit bij een martial arts wedstrijd geweest.
   De opzwepende muziek, de kreten uit het publiek, de lege ring... het nodigde me bijna uit om naar voren te komen. Maar ik denk dat ik nog geen dertig seconden overeind zou kunnen blijven.
   Thaiboksen doet me denken aan Het waanzinnige van sneeuw van Alex Boogers. Fantastisch boek.
   Mijn ring is mijn laptop. Schrijven is een gevecht, soms wankel ik, maar ik krabbel steeds weer op. Ik wil nooit knock-out gaan.

5 april 2008, Steven Verhelst


Not OKNiet OK

Sinds een paar weken krijg ik allerlei tijdschriften per post bezorgd.
OK Magazine, US weekly, Outside, Entertainment Weekly.
   Het doet me denken aan een geval dat mijn vader, nu gepensioneerd leraar Nederlands, tien jaar geleden op een avond overkwam. Terwijl mijn ouders gewoon met gekookte aardappelen aan het avondeten zaten, stopten er in het tijdsbestek van een uur drie of vier pizzabezorgers voor de deur.
   ‘Maar we hebben helemaal niet gebeld!’
   Kennelijk waren alle maaltijden besteld door ballorige leerlingen van mijn pa.
   Mijn vader stuurde alle pizzabezorgers weg.
   Ik hou de tijdschriften gewoon, en weet nu alles van Britney Spears, Kate Hudson, de kinderen van Angelina Jolie, en de alvleesklierkanker van Patrick Swayze.

4 april 2008, Steven Verhelst

Murder Burger

Redrum Burger

Op weg van Tahoe terug naar Palo Alto stopten we in Davis, bij de snackbar Redrum Burger. Ik nam een struisvogelburger, volgens de menukaart heel gezond.
   Tot 2001 heette deze burgerjoint nog Murder Burger, maar onder druk van klanten uit een stad waar een nieuw filiaal geopend was, voelden de eigenaars zich geneigd tot een naamsverandering.
   Redrum Burger. Met een knipoog naar The Shining.

3 april 2008, Steven Verhelst


www.stevenverhelst.nl


Want zelfs de raarste wereld dient beschreven te worden