Cee-oo-cee-ka
Afgelopen zondag is Appie Baantjer overleden, de geestelijk vader van
rechercheur De Cock van het politiebureau Warmoesstraat. De
boeken waren – en zijn nog steeds – razend populair, ook dankzij de succesvolle
RTL4 serie, die gebaseerd was op de karakters in de boeken van
Baanter: De Cock, Vledder, Prins, Keizer.
De boeken van Baantjer zijn uiteraard geen literatuur,
maar toch heb ik
er een speciale band mee. Het waren de eerste
'boeken voor volwassenen' die ik als kind (ik zat in de
brugklas) uit de Vlaardingse bibliotheek leende. Toen ik mijn
eerste Baantjer op de balie legde, was ik bang dat de bibliothecaresse
het
me niet mee wilde geven en zou zeggen: 'Dat zijn boeken voor
volwassenen. Blijf jij nog maar een tijdje Thea Beckman lezen.'
Maar ik kreeg het boek gewoon mee, en in het jaar erna
volgden nog vele Baantjers. Daarna ging het via Kees van Kooten, Heere
Heeresma en Maarten 't Hart, naar de grote Vier: Wolkers, Mulisch,
Hermans en Reve.
De laatste Baantjer las ik op 10 januari 1996. De
Cock en een duivels komplot. Ik herinner me niets van de
inhoud, en tegelijkertijd ken ik bijna alle ingrediënten: een
moord, verschillende verdachten, een vastlopend onderzoek, commissaris
Buitendam die De Cock uit zijn buro stuurt, moeie voeten, een
cognac drinken bij Louis, en uiteindelijk de ontmastering van de dader.
Dat alles gebeurde elk boek weer, en dat was misschien de kracht van
Baantjer, de kracht van de herkenning.
31 augustus 2010,
Steven Verhelst
Rassengenetica
Er is een rel ontstaan rondom Thilo Sarrazin, lid van de raad van
bestuur van de Bundesbank in Frankfurt. In een interview met Die Welt
zei hij: ‘Alle joden hebben een bepaald gen gemeen. Basken (de
Spaanse separatisten) hebben bepaalde genen die hen onderscheiden van
anderen.’
In Duitsland moet je uitkijken met uitspraken over joden.
Daar is men heel gevoelig voor. Gevoeliger dan voor uitspraken over
Basken.
Het zou racistisch zijn om te zeggen dat een bepaalde
bevolkingsgroep of ras genetisch anders is dan een andere. Maar dat
vind ik onzin. Dan zou het ook racistisch zijn om te zeggen dat negers
een donkere huidskleur hebben, terwijl dat gewoon een objectieve
waarneming is. Genetische variatie is ook een objectieve waarneming, en
die doet geen uitspraak over superioriteit of inferioriteit.
De vraag blijft: wat zegt de wetenschap? Zijn
bevolkingsgroepen of – laten we het omstreden woord maar noemen
– rassen genetisch van elkaar te onderscheiden? Door het
vergelijken van DNA sequenties is aangetoond dat de genetische
verschillen tussen mensen van hetzelfde ras groter zijn dan de
verschillen tussen rassen. Biologisch gezien is er dus geen reden om
mensen in rassen te classificeren. Van de kleine hoeveelheid genetische
verschillen tussen mensen van andere rassen is er nog geen
wetenschappelijke consensus over hoe significant die verschillen zijn.
De uitspraak van Sarrazin heeft dus geen enkele
wetenschappelijke basis. Dat had ik ook niet verwacht. Leden van de
raad van bestuur van banken en bedrijven zijn over het algemeen goed in
winst-optimalisatie. Ze lezen kranten, rapporten, analyses – geen
natuurwetenschappelijke tijdschriften. Daarom kunnen ze over genetica
maar beter hun bek houden.
30 augustus 2010,
Steven Verhelst
Identiteitsverlies
De
mens is een individu. We zijn bewust van onszelf – dat
is wat ons mens maakt. Maar voor een deel zijn we nog dier, en dat dier
komt af en toe naar boven. Ons dier-zijn uit zich bijvoorbeeld in
vloeken als we plotseling struikelen, in schreeuwen als we in paniek
raken. Het willen opgaan in een groep, is nog zo’n dierlijk
overblijfsel dat in onze hersenen zit ingebakken. Ik las het in het
boek Dageraad van wetenschapsjournalist Rik Smits.
Ons dierlijke innerlijk wil onze identiteit verliezen,
anoniem zijn, bevrijd worden van ons knagende bewustzijn. Daarom staan
we schouder aan schouder bij concerten, gaan voetbal kijken in de
kroeg, en worden rellen altijd veroorzaakt door groepen, waarin het
individu verdwenen is.
Ik denk dat ook religie deels ons dierlijke innerlijk
aanspreekt: in grote groepen naar de kerk gaan, liederen zingen,
rituelen ondergaan. Wanneer sterft dat dierlijke deel van de hersenen
eindelijk af? Zou de wereld er dan niet beter uitzien?
27 augustus 2010,
Steven Verhelst
Google Street View
Er is ophef over Google Street View. De Duitse krant Die Zeit
besteedde er afgelopen week drie volle krantenpagina’s aan, want
de privacy van mensen is in het geding. Maar je kunt met 1 mailtje aan
Google laten weten dat je je huis of je gezicht verwijderd wil hebben.
Voor schrijvers is Street View een handige optie.
Tenminste, dat vind ik. Ik kan details van steden opzoeken, die mij
tijdens een bezoek ontgaan zijn, zonder dat ik weer naar die stad toe
moet. Zo heb ik vanavond even over de Golden Gate brug gelopen.
25 augustus 2010,
Steven Verhelst
Looking forward to a complete suppression of pain
Damien Hirst
is een van de vertegenwoordigers van de Young British Artists, een groep
Britse conceptionele kunstenaars. Ik hou van conceptionele kunst
– misschien omdat ik zelf ook concepten in mijn hoofd heb, maar
te weinig praktische vaardigheid om ze te verwezenlijken.
In Museum Brandhorst staat het kunstwerk Looking forward to a complete suppression of pain van Damien Hirst. Het is een glazen cabine met vier televisies waarop advertenties voor pijnstillers worden getoond.
Medicatie kan alle pijn wegnemen, fysiek en mentaal. Dat idee heerst in deze wereld. Maar moeten we dat willen?
23 augustus 2010,
Steven Verhelst
GHB
Het aantal verslaafden aan de partydrug GHB dat in verslavingsklinieken wordt opgenomen, is verdubbeld, meldde De Volkskrant vandaag. Verdubbeld ten opzichte waarvan werd niet gemeld.
GHB is een stof die van nature in het centraal
zenuwstelsel voorkomt, en die ook kleine hoeveelheden in wijn,
rundvlees en sommige citrusvruchten zit. Het werkt op een soortgelijke
manier als neurotransmitters en bindt aan tenminste twee verschillende
receptoren in het brein. En dat voelt blijkbaar lekker. Het geeft geen
kater en werkt ook nog eens als afrodisiacum.
Het probleem met GHB is dat het bijna kinderlijk
eenvoudig te maken is van gamma-butyrolacton. Elke eerstejaars
scheikunde student kan je een protocol geven. Maar de protocollen zijn
uiteraard ook op internet te vinden.
21 augustus 2010,
Steven Verhelst
Vertaling
Sinds ongeveer een jaar vraag ik me af of ik deze blog in het Engels
moet gaan schrijven. Of dat ik op zijn minst ergens in een link een
Engelse vertaling moet plaatsen.Maar ik weiger, want veel Engelse
synoniemen betekenden voor mij hetzelfde, terwijl Nederlandse
synoniemen eigenlijk geen echte synoniemen zijn. Het zijn verschillende
noten op mijn emotionele ladder. In het Engels zouden mijn
vertaalde teksten vals klinken. Mijn Engelse schrijfstijl zou niet veel
beter zijn dan de vertaling die Google maakt.
Een anekdote over de Engelse taal: in 1998 liep ik stage aan
de Harvard Medical School. Ik had een paar woordenboeken
meegenomen, omdat ik dacht dat ik die wel nodig zou hebben. Mijn Engels
was toen veel slechter dan het nu is. Op een dag wees Rocco, een
collega op het laboratorium, naar de boeken die ik op mijn buro had
staan en vroeg of ik interesse had in Duitse filosofie. Een kort moment
was ik in verwarring. Toen keek ik naar de woordenboeken. Engels stond er in grote letters op de ruggen. Rocco dacht dat ik het werk van de Marxist Friedrich Engels aan het lezen was.
20 augustus 2010,
Steven Verhelst
Engels
Since a year I have been deliberating if I should start writing this
blog in English. Or make at least a section with English translations.
But I refuse. To me, English synonyms have the same meaning, but
Dutch synonyms are no synonyms. They are different tones on the
emotional ladder. In English I would write out of tune. My writingstyle
in English is probably as crappy as the translation that Google makes.
One last anecdote in English: in 1998 I did an internship
at Harvard Medical School. I brought some dictionaries, because I
thought I needed them. One day, Rocco, a colleague, pointed at the
books and asked me whether I was interested in German philosophy. For a
moment I did not understand what he meant. Then I looked at the
dictionaries. Engels was printed in big letters on the backside of the books. Rocco thought I was reading the work of Marxist Friedrich Engels. But Engels is the Dutch word for English.
19 augustus 2010,
Steven Verhelst
Lekkere trek
Op de campus waar ik werk, is welgeteld één automaat waar
je snoep uit kunt halen. Maar dat apparaat was leeg. Geen Marsen,
Snickers, gevulde koeken of zakjes chips. Slechts een paar pakjes
kauwgom resteerden. De kantine was al dicht en de Unibar, de andere
lunchgelegenheid, ook. Waar zijn de tijden gebleven dat ik op de
Stanford campus zat en ik mijn lekkere middagtrek kon verdrijven met
een walnut-brownie, een plak double-chocolate-cake, Reese’s peanut butter cups of een zak Kettle chips? Het zijn vervlogen tijden. De tijd van de rammelende maag is aangebroken.
17 augustus 2010,
Steven Verhelst
Elvis
Vandaag is het drieënveertig jaar geleden dat Elvis Presley
overleed. Hij is nu langer dood dan dat hij geleefd heeft. Al zijn er
nog altijd complot-denkers die geloven dat Elvis leeft, ondergedoken,
undercover, ontvoerd door de FBI, door aliens. Hoe lang zal het duren
voordat deze mensen realiseren dat Elvis dood is? Op zijn honderdste
sterfdag? Zijn honderdtwintigste? Zijn honderdvijftigste? Voor sommige
mensen is Elvis onsterfelijk.
16 augustus 2010,
Steven Verhelst
Perseïden
De
afgelopen twee dagen zijn de zogenaamde Perseïden weer zichtbaar
geweest, een stroom van vallende sterren die uit het sterrenbeeld
Perseus lijken te komen. De stroom wordt veroorzaakt door stofdeeltjes
van de komeet Swift-Tuttle die onze dampkring binnendringen. Op het
hoogtepunt zijn er ongeveer honderd per uur te zien.
Bij een vallende ster mag je een wens doen. Gisternacht
liep ik van het station naar huis, maar ik keek niet naar de lucht en
deed ook geen wensen.
Ongeveer twintig jaar geleden heb ik wel naar de
Perseïden gekeken, op een balkon van een vakantiehuisje in
Frankrijk. Maar mijn wensen van toen zijn niet uitgekomen. Natuurlijk
niet. Een vallende ster laat een wens niet vanzelf uitkomen. Want niets
gebeurt er vanzelf, behalve ongelukkig worden. Aan je wensen moet je
hard werken.
14 augustus 2010,
Steven Verhelst
Vrienden
Ik ontmoette Peter Bijl, met wie ik samen in de
schoolkrantredactie van het Groen van Prinsterer te Vlaardingen had
gezeten, in Augustinerkeller aan de Arnulfstrasse in
München. De ober zette ons aan een tafel waar al twee mannen
zaten. Er stond een bordje voor een reservering. Walter, Ulli & Freunde.
Walter en Ulli zaten blijkbaar al aan tafel, maar er waren geen
vrienden te bekennen. Peter en ik wilden wel hun vrienden zijn, zei ik,
na twee glazen Augustiner Edelstoff. Maar veel zeiden Walter en Ulli
niet terug.
Niet veel later kwamen de twee mensen bij wie Peter via couchsurfing bleef slapen. Ulli en Walter waren toen al weg. We waren onder vrienden. En zo werd het alsnog gezellig.
13 augustus 2010,
Steven Verhelst
Poederpakket
Een aantal jaren geleden werd het woord poederbrief
in het woordenboek opgenomen. Ik heb nooit een poederbrief ontvangen,
maar vandaag kreeg ik per post een poederpakket. Een doos met een
aantal ingrediënten voor moleculair koken.
Sommige poeders waren slechts in een plastic zakje verpakt – alsof het om cocaïne ging.
Cocaïne wordt niet door de moleculaire topkoks gebruikt. Of misschien wel, maar dan stiekem op het toilet.
12 augustus 2010,
Steven Verhelst
Herstellen
Mijn kleding schuurt over de schrammen en schavingen van gisteren, die
rood zien en pijn doen. Het bloed maakt de beschadigde huid dicht met
een stolsel van fibrine en bloedplaatjes, witte bloedcellen vallen
binnengedrongen bacteriën aan. Het lichaam herstelt wonden –
daar is het goed in.
Maar hoe lang duurt het voordat beschadigde gevoelens
geheeld zijn? Hoe herstelt een ziel? Of blijft het altijd pijn doen,
omdat ik existentiële vragen blijf stellen, omdat ik aan de wonden
in mijn hoofd blijf krabben, zodat het lijden een gecultiveerd lijden
wordt?
10 augustus 2010,
Steven Verhelst
Klettern
Met onze afdeling van de Technische Universiteit gingen we naar het Oberbayerische Kletterpark
in Jetzendorf, een klimpark waar hoog in de bomen hindernissen
aangelegd zijn. Een beetje artificieel, maar zowat ons hele leven is
artificieel en heeft niets meer met de natuur te maken. Hier bevonden
we ons tenminste nog tussen de boomtoppen.
Na afloop gingen we naar een biologisch-ecologische
biergarten. Aan tafel hadden we een discussie over de definitie van
biologisch voedsel. Daarna praatten we over de definitie van leven, en
of we er überhaupt wel wat aan hebben, aan dat leven.
Natuurlijk hebben we er niets aan, dacht ik. Het leven is Scheisse, en daarna gaan we dood. Zo is het nu eenmaal. Verder schieten
we er niets mee op. We moeten klimmen, maar uiteindelijk vallen we
allemaal de afgrond in.
Aan het klimmen van deze dag heb ik een paar blauwe
plekken en schaafwonden overgehouden, maar pijn doet het slechts in
mijn ziel. Om die te verzachten bestelde ik nog een biologisch witbier
van de spelt-graan.
9 augustus 2010,
Steven Verhelst
Regen
Het
is de dag van de Amsterdamse gay pride parade, waar ik met Suzan en een
paar van haar vrienden naartoe ga. Het regent, maar we laten ons er
niet door afschrikken. Het zou erger zijn wanneer er dimethylsulfoxide
(dmso) of N-methylpyrrolidinone (NMP) uit de lucht zou komen vallen.
Want water droogt wel weer op, maar dmso en NMP niet.
7 augustus 2010,
Steven Verhelst
Labvis
Op de werkbank naast de zuurkast waar ik proefjes doe, staat een klein
aquarium met een goudvis. De labmascotte, vermoed ik. Hij mist een
vin, zijn staart staat scheef. Hij schijnt al vier jaar oud te
zijn en ziet er weinig gelukkig uit. Maar ik heb geen idee of dat
het resultaat is van chemicaliën of van verwaarlozing.
6 augustus 2010,
Steven Verhelst
Terug
Gisteravond deed ik voor het eerst sinds zesenhalf jaar een proefje in
het Leidse laboratorium waar ik mijn promotiewerk heb gedaan. Samen
met Matt Bogyo stond ik om negen uur 's avonds voor de zuurkast.
Het is een ramp om in een zuurkast van iemand anders te
werken, want je kunt niets vinden. Het was improviseren - maar
improviseren kun je leren. En als ik iets gedaan heb in de jaren als
aio, post-doc en groepsleider, is het leren improviseren.
5 augustus 2010,
Steven Verhelst
Hunkerbunker
Vroeger heb ik in een flat aan de Boerhaavelaan in Leiden gewoond. Die
flat werd ook wel de hunkerbunker genoemd, vanwege het hoge aantal
vrijgezelle promovendi die er woonden. Nu pas vraag ik me af waarom ik
nooit bij mijn buurvrouwen op de gallerij een kopje suiker ben gaan
lenen of een snufje zout, uitmondend in een slokje wijn, een kruimeltje
intimiteit.
4 augustus 2010,
Steven Verhelst
Moleculair koken - 2
Dit weekend ben ik op pad geweest om ingrediënten te kopen voor de
moleculaire keuken. Ik ben in verschillende apotheken, reformhuizen en
biologische winkels geweest, en heb vooralsnog slechts lecithine en
agar gevonden.
Lecithine is een op fosfolipiden-gebaseerde emulgator en
kan gebruikt worden om schuim of lucht te maken. Lucht van citroen
bijvoorbeeld. Agar (ook wel agar-agar genoemd, dat in het Maleis
‘gel’ betekent) is een geleermiddel, en wordt ook wel
vegetarische gelatine genoemd. Want agar isoleert men uit rode algen en
gelatine uit de huid en beenderen van dieren.
Behalve bovenstaande producten moet ik nog gellan,
alginaat, xanthaan, methylcellulose en calcium gluconaat in handen zien
te krijgen. Daarmee kun je namelijk bijzondere gerechten maken,
waarover ik later deze maand hopelijk meer kan berichten.
De meeste van de verbindingen in de moleculaire keuken
zijn koolhydraten. Agar is bijvoorbeeld een mengsel van agarose en
agaropectine. Dat laatste lijkt op agarose, maar heeft hier en daar een
methyl-, sulfaat- en pyruvaat-groep.
Gelukkig ben ik afgestudeerd en gepromoveerd in de
koolhydraatchemie. Nu helpt mij dat om de moleculaire keuken te
begrijpen – beter althans dan de andere deelnemers aan de cursus
die ik een paar dagen geleden volgde. Maar het blijft de vraag of mijn
gerechten daar beter door zullen smaken.
3 augustus 2010,
Steven Verhelst
Moleculair koken
Mijn medewerkers op de universiteit hadden mij een cursus
moleculair koken kado gedaan bij de kookschool van Angelo Zicaro. We
maakten als aperitief kleine aperol bollletjes met citroenschuim, als
voorgerecht een gestolde tomatensoep met yoghurt-mozarella, als
hoofdgerecht groente gnocci en in vacuum gegaarde kalfslende, en als
nagerecht espresso-spaghetti met ananas en een schuim van kokos. En
tussendoor werd er uiteraard nog ijs gemaakt met behulp van vloeibare
stikstof.
Ik vraag me af hoeveel van de deelnemers echt met
moleculair koken aan de slag gaan, want de belangrikste
ingrediënten zijn niet in de supermarkt verkrijgbaar. Sommige
stoffen kun je in een reformhuis of bij een drogist kopen, maar ik denk
dat ik de enige ben die aan vloeibare stikstof kan komen.
1 augustus 2010,
Steven Verhelst
|