Zu Guttenberg
In Duitsland is de doctor-graad overgewaardeerd. Mensen hebben
'dr.' op hun paspoort staan, hun rijbewijs, hun brievenbus, hun grafsteen.
Want als je 'Doktor' bent, gaan er deuren voor je open die anders
gesloten blijven. Deuren waarachter gratis drankjes wachten,
en massages door gewillige Aziatische vrouwen. Tenminste, daar
hoop ik elke dag op.
Afgelopen week was de Duitse minister Zu Guttenberg
voortdurend in het nieuws. Hij zou zijn doctor-titel onrechtmatig
verkregen hebben – overgeschreven passages in zijn
proefschrift zonder bronvermelding. Bovendien zou hij zijn titel al
gedragen hebben voor zijn daadwerkelijke promotie. Of hij als minister
af zal treden, is onduidelijk. Maar ik weet zeker dat ik hem nooit
naast me op een van de exotische massagetafels tegen zal komen.
26 februari
2011,
Steven Verhelst
Ubuntu
Ik ben geen computer whiz kid.
Mijn programmeer-ervaringen gaan terug tot BASIC op de lagere school.
Daarna heb ik niets meer bijgeleerd. Ik gebruik Windows omdat ik nu
eenmaal niet beter weet. Maar Windows levert af en toe frustraties op.
Dit weekend wilde ik moleculen in een kristalstructuur van een eiwit
docken - maar om een of andere reden kon het programma niet uitgevoerd
worden zonder te crashen.
Vandaag heb ik het Linux-gebaseerde Operating System Ubuntu
geïnstalleerd, vooralsnog op een bootable externe harde schijf.
Maar wie weet schakel ik in de toekomst volledig op Linux over en word
ik alsnog een whiz kid.
24 februari
2011,
Steven Verhelst
Espresso
Vanaf vorige week drinkt
schrijver Ernest van der Kwast elke ochtend op de website van het NRC
een espresso – met Silvio Berlusconi, Julian Assange of
Tanja Nijmeijer bijvoorbeeld. En passant bespreken ze het nieuws van de
dag.
Bij mij zal Van der Kwast niet langskomen (ik drink geen
koffie). Daarom ga ik elke ochtend even bij hem langs, op de site. Niet
voor een espresso, maar voor een luchtig commentaar op recente
gebeurtenissen in de wereld.
21 februari
2011,
Steven Verhelst
Thee
Kamillethee is goed bij
een pijnlijke keel, vertelde mijn zus. Ik schat de medische kennis van
mijn zus even hoog in als die van een homeopaat, maar toch keek ik even
door mijn voorraad.
Achter in een keukenkastje vond ik een potje met gedroogde
kamillebloemen, die ik ooit tijdens een rondleiding door San
Francisco's Chinatown in een winkeltje voor traditionele Chinese
medicijnen had gekregen. Het mannetje achter de toonbank had ze aan ons
gegeven, samen met een stukje gedroogde ginseng.
'Gewoon in je mond stoppen en op zuigen, net als op zoethout,' zei de gids over het stukje ginseng.
Ginseng was overal goed voor. Vermoeidheid, diabetes, de
mannelijke potentie. Maar daarvoor liep ik wel de rest van de
rondleiding met een bitter stukje hout in mijn bek. Liever drink ik
kamillethee, of mijn keelpijn daar nu over van gaat of niet.
20 februari
2011,
Steven Verhelst
Ziekten
Toen Dick Schwaab, de bekendste hersenonderzoeker van Nederland en schrijver van de bestseller Wij zijn ons brein,
geneeskunde ging studeren, vroeg zijn vader waarom. Want volgens hem
waren er slechts twee ziekten: de één gaat vanzelf over
en aan de ander kun je niets doen.
Vandaag neem ik elke drie uur een zuigtablet met
2,4-dichlorobenzylalcohol en amylmetacresol. Dat zou goed zijn voor
keelinfecties, maar ik vraag me af hoe effectief het is. Waarschijnlijk
gaat het ook vanzelf over.
19 februari
2011,
Steven Verhelst
Strepsils en schelvispekel
Het moest er een keer van
komen in deze lange, Duitse winter. Bacteriën hebben mijn
keelholte bevolkt, ondanks de strepsils en schelvispekel die ik ter
ontsmetting gebruikt heb. Nu neem ik lauwe thee en honingbonbons ter
verzachting.
Ik ben bijna zeker dat ik de keelpijn opgelopen heb in de
fitnesszaal. De lucht die tussen hijgende en dampende lichamen hangt,
is geen gezonde lucht. Ik heb geen dokter of apotheker nodig om dat in
te zien. De komende dagen blijf ik er voorlopig weg.
18 februari
2011,
Steven Verhelst
Bayerische Motoren Werke
Vlak bij het Olympisch Stadion in München staat het BMW museum. Ik betaalde zes euro en ging naar binnen.
Sommige mensen (meest mannen) zijn geobsedeerd door
auto's. De auto die ze zelf bezitten, is hun trots. Het definieert
wie zij zijn, het is een verlengstuk van hun karakter. Ik ben niet zo'n
persoon. Voor mij is een auto een inwisselbaar gebruiksvoorwerp, zoals
een balpen, een bureaulamp, een waterkoker.
In het BMW museum bleef ik het langst kijken naar de auto die beschilderd
was door Roy LIchtenstein, de pop-artist. Tja, ik moest toegeven dat ik
in die BMW best rond zou
willen rijden. Voor een paar weken. Daarna zou ik 'm inruilen voor een
Andy Warhol of een Richard Rauschenberg model.
17 februari
2011,
Steven Verhelst
Auto
Dit jaar bestaat de automobiel 125 jaar. Op 29 januari 1886 verkreeg Karl Benz patent op zijn Motorwagen, maar het was niet meteen een succes. Het eerste model was lastig te besturen en botste bij een demonstratie tegen een muur op.
In 1888 maakte zijn vrouw Bertha in een verbeterd model de
eerste lange afstandsrit, van Mannheim naar Pforzheim; 106 km. De rit
was een publiciteitsstunt en een manier om haar man, die aan depressies
leed, in te laten zien dat zijn uitvinding een financieel succes zou
worden.
Een financieel succes is het geworden, maar aan mij
verdient de autoindustrie niet veel. Bijna drie jaar geleden verkocht
ik mijn auto en sindsdien heb ik geen nieuwe gekocht. Slechts af en toe
huur ik er een, op vakantie, zodat ik de woestijn in kan trekken, even
weg van alle chaos die de moderne wereld voortbrengt.
15 februari
2011,
Steven Verhelst
Elders is het beter
Ergens anders is
het beter. Die Slauerhoff-gedachte zit in veel mensen. Zo heb je
altijd iets om ontevreden over te zijn, en blijft het toerisme een
bloeiende sector.
In Sneek is het beter dan in München, leerde ik
gisteren. Maar Sneek lijkt me meer een vakantie-bestemming voor
bejaarde Overijsselse echtparen die de landsgrenzen niet meer over
willen.
In mijn volgende vakantie ga ik onder andere naar
Albuquerque, Las Vegas en Los Angeles. Misschien heb ik ook nog even
tijd voor een korte wandeling in de Mohave woestijn, tussen de
Joshua trees. Want wat Slauerhoff had met de zee, heb ik met de
woestijn.
13 februari
2011,
Steven Verhelst
Sneek
In de metro van
Odeonsplatz naar Marienplatz valt een half-dronken jongen tegen mij
aan. Met twee vrienden komt hij van een of ander punkconcert vandaan,
want de halve metro zit vol jongeren met gescheurde spijkerbroeken
en wilde kapsels.
’Entschuldigung.'
'Macht nichts.' zeg ik.
'Wo kommst Du her?' vraagt hij, als hij mijn accent hoort.
'Holland.'
Op hun vraag uit welke stad ik kom, antwoord ik Rotterdam. Want Vlaardingen zegt hen natuurlijk niets.
De jongen die tegen mij aan gevallen was, denkt even na en vraagt dan of ik Sneek ken. Ik knik.
'Er zit een goede coffeeshop in Sneek.'
De jongens lachen alledrie.
'Er zitten overal goede coffeeshops,' zeg ik, alsof ik een kenner ben.
Ja, natuurlijk. Maar niet zo goed als in Sneek, beweert de jongen. 'Ga maar naar Sneek.'
Even later stopt de metro en scheidden onze wegen ons
voorgoed. Nog heel even hoor ik hun stemmen achter me. 'Daar gaat een
Hollander,' zeggen ze tegen omstanders. 'Hij is op weg naar Sneek.'
12 februari
2011,
Steven Verhelst
Vliegtuigspotten
Freising ligt niet ver
van het vliegveld van München. Soms kom ik er langs, tijdens
hardlopen of fietsen, en dan zie ik ze staan. De vliegtuigspotters. Met
verrekijkers, visstoeltjes en thermosflessen zitten ze langs de
landingsbaan. Ze houden lijsten bij met bestemmingen, landingstijden,
modellen.
Af en toe speel ik met de gedachte om in de remmen van
mijn fiets te knijpen, naar zo’n vliegtuigspotter te gaan en te
zeggen: ‘Meneer, die informatie kunt u ook allemaal op de website
van het vliegveld vinden, hoor.’
10 februari
2011,
Steven Verhelst
Wolpertinger
Een wolpertinger is een
dier dat alleen in de Beieren voorkomt - en dan voornamelijk in de
hoofden van de mensen. Een levend exemplaar is bij mijn weten nog nooit
aangetroffen, maar in het Duitse Jagd- und Fischereimuseum
in München hebben ze een aantal opgezette Wolpertingers. Het
schijnen vooral hazen met horens en vleugels te zijn. Ze
zien er angstaanjagend uit, maar of het rotbeesten zijn, weet ik niet.
Er zijn twee manieren om ze te vangen. Methode
1 is zout op hun staart leggen, maar ik heb een voorkeur voor
methode 2. Wolpertingers hebben een zwak voor vrouwelijk schoon. In het
woud, tijdens volle maan, moet de jager een mooie vrouw meenemen,
die haar borsten ontbloot - dan valt de wolpertinger flauw en kan
de jager toeslaan.
8 februari
2011,
Steven Verhelst
Rotbeest
Het VARA programma Vroege Vogels stelt de rotbeesten top 50 samen. Via hun website kun je stemmen. Wie zal ik op nummer 1 zetten? De hond? De mug? Het bedbeestje?
Eén dier met discutabele reputatie zag ik niet in de lijst staan: de mens.
6 februari
2011,
Steven Verhelst
Kaaslucht
Om mooie moleculen te
maken moet je soms lelijke moleculen als basis gebruiken. Vandaag
gebruikte ik een molecule dat ongelooflijk stonk. Volgens een website
op het internet ging het om een zoete geur van rozen en kaneel, maar
mijn neus drong een lucht van goedkope kaaszoutjes
binnen. Ranzige imitatie-kaas, en dat honderdduizend keer
geconcentreerd.
Thuisgekomen maakte ik een appel-kaneel compote. Dat rook heel wat beter. Voorlopig had ik even geen trek in kaas.
4 februari
2011,
Steven Verhelst
Man in de bus
Toen ik gisteravond met de bus vanaf het universiteitsterrein terug naar huis ging, kwam ik dezelfde rare man tegen als vorige week.
Toen had ik hem papiertjes van de straat zien rapen. Nu schreef hij met
potlood op een papiertje dat hij telkens uit zijn rugtas haalde. Ik
staarde over zijn schouder mee. Het waren geen woorden, die hij
opschreef, maar getallen.
Af en toe maakte hij trekkende bewegingen met zijn hoofd.
Op de Schiedamse schaakvereniging Het Zwarte Paard, waar
ik vroeger lid van was, zat iemand met schizofrenie. Soms slaakte hij
een kreet zonder dat hij het zelf wist, maar hij was de sterkste
schaker van de club.
Zou deze man, die getallen opschreef en briefjes van de
straat opraapte, ook aan deze afwijking lijden? Misschien was hij een
briljante, schizofrene wetenschapper, zoals in de film A beautiful mind,
maar zo paranoïde dat hij zijn aantekeningen in een geheimschrift
noteerde, zodat mensen zoals ik zijn ideeën niet konden stelen.
2 februari
2011,
Steven Verhelst
Aberglaube
Aberglaube is het Duitse woord
voor bijgeloof. In het Deutsches Jagd-
und Fischereimuseum in München was naast de permanente
collectie
van jachtgereedschap en opgezette dieren een tentoonstelling met
amuletten onder de titel Glaube und Aberglaube.
Hoe verschilt Glaube van Aberglaube? Is het dragen
van een
medaille met de afbeelding van een heilige waardelozer om ongeluk af te wenden dan dagelijks bidden of wekelijks naar de kerk,
moskee of synagoge te gaan?
Het interessantste stuk in de tentoonstelling vond
ik
halsketting met een hanger in de vorm van the horns – een
handgebaar dat fans tijdens heavy metal concerten maken en geassocieerd
wordt met de duivel. Origineel was het een symbool om het boze oog af
te weren.
Moeten we alle symbolen en rituelen dan
afschaffen? Wat
mij betreft niet – zolang we maar in het achterhoofd houden
dat
we onszelf voor de gek houden.
1 februari
2011,
Steven Verhelst
|