Krimpen
Toen ik onlangs nieuwe sneakers kocht, moest ik twee maten kleiner
hebben dan ik als tiener had. Ik krimp. Of ik moest vroeger altijd
schoenen en kleding kopen ‘op de groei’.
31 juli 2010,
Steven Verhelst
I write like...
Op de website I write like
kun je met een computer-algoritme je eigen teksten laten onderzoeken op
stijl. En hoe dicht je eigen stijl komt bij die van andere schrijvers.
Ik voerde twee alinea’s van een verhaal in dat ik
ooit in het Engels heb vertaald. ‘U schrijft als James
Joyce,’ was de uitslag. Twee andere alinea’s van hetzelfde
verhaal gaven als resultaat: ‘U schrijft als Stephen King.’
Ik wil niet als Stephen King schrijven, ik wil als Charles
Bukowski schrijven. Maar dat resultaat kreeg ik niet, welke tekst ik
ook invoerde. Kwamen er te weinig drankflessen, te weinig vrouwen, te
weinig paardenrennen in mijn verhalen voor?
Maar toen ik een paar alinea’s van Bukowski op de
website invoerde, kreeg ik ook de mededeling: ‘U schrijft als
Stephen King.’
Dat hadden Bukowski en ik in elk geval gemeen.
29 juli 2010,
Steven Verhelst
Dachau
Ik ging een ochtend naar concentratiekamp Dachau. Pas aan het eind van
mijn bezoek zag ik dat aan het verre eind van het kamp een klein kerkje
was gebouwd, waar elke zondag een dienst gehouden wordt.
Ik voelde een zekere weerzin in mij opkomen. Niet alleen
omdat de kerk in de begindagen van de NSDAP Hitler gesteund heeft, maar
vooral omdat ik vind dat deze historische plek, waar de meest
verschrikkelijke dingen zijn gebeurd, religie-neutraal hoort te zijn.
Nu krijg ik het idee dat de kerk wil zeggen: wij zullen jullie wel
troosten. Als jullie je bij God aansluiten, komt alles goed. Maar
waar was God van 22 maart 1933, de openingsdag van het kamp, tot 29
april 1945, toen Amerikaanse soldaten het kamp bereikten en de witte
vlag werd gehesen?
Aan alle mensen die in de kapel op het grondgebied van
voormalig concentratiekamp Dachau bidden wil ik verzoeken Hem te vragen
om Zijn ondoorgrondelijke wegen eindelijk eens uit te leggen.
27 juli 2010,
Steven Verhelst
Sehnsucht
Er zijn van die prachtige, grote Duitse woorden die je
niet vertalen kan. Waarvan de vertaling gewoon niet de juiste
gevoelswaarde heeft.
Weltschmerz bijvoorbeeld.
Of Sehnsucht.
Sehnsucht. Een totaal overheersend gevoel van verlangen.
Zelfs naar iets wat je eigenlijk niet kent, iets wat je niet kunt
verwoorden. En wat je waarschijnlijk ook nooit kunt bereiken.
25 juli 2010,
Steven Verhelst
Naaktslakken, zelfbevlekking, weissburgunder
Ik
ging hardlopen in de regen, maar kwam geen collega-hardlopers tegen;
slechts af en toe een wandelaar met paraplu die mij treurig
aankeek.
Wat ik wel tegenkwam, waren naaktslakken. De wegen lagen
er bezaaid mee. Het was goed weer voor de naaktslak, vochtig, nat. Ze
aten zich vol en hadden daarna seks met elkaar. Wat een leven.
Thuisgekomen besefte ik dat dát het leven is. Eten en de liefde bedrijven.
’s Avonds maakte ik burrito’s, en als toetje
avocado-ijs met aardbei en meloen, gegarneerd met munt. Later, tijdens
het schrijven, dronk ik een glas weissburgunder en at een stukje brie.
Van de liefde bedrijven kwam het niet.
Als naaktslakken geen partner kunnen vinden, hebben ze
seks met zichzelf. Ik nam nog een glas weissburgunder. Wat stond mij te
doen?
Ik las Gerard Reve’s Gedicht voor dokter Trimbos:
‘“Goedkope wijn, masturbatie, bioscoop”, / schrijft
Céline. / De wijn is op, en bioscopen zijn hier niet. / Het
bestaan wordt wel eenzijdig.’
24 juli 2010,
Steven Verhelst
Calculator
In
de metro van München zag ik een klein meisje zitten. Haar moeder
had haar een calculator gegeven. 28 + 13 typte ze in. Daarna riep ze
enthousiast: “Eénenveertig.”
25 x 3000. “Zeven vijf nul nul nul.” Want wat
vijfenzeventigduizend precies was, daar had ze nog geen benul van.
Als ik een kind had, zou ik het ook een calculator geven
in plaats van een gameboy of een portable playstation. Want van die
computerspelletjes krijgen ze alleen maar dyslexie, autisme en algehele
desinteresse in de wereld.
Hoe je kinderen krijgt, weet ik wel. Maar waar kun je tegenwoordig nog simpele rekenmachientjes kopen?
23 juli 2010,
Steven Verhelst
Zwetser
In België werd ooit het woord goesting als mooiste woord gekozen. In Duitsland was het Fingerspitzengefühl. Nederland kwam met liefde op de proppen. Banaler kan het vrijwel niet.
Bij het Nederlandse woord zwetser
moet ik aan ex-collega R. L. denken. Hij vond dat een mooi
Nederlands woord, en ik uiteraard ook, anders schreef ik er hier niet
over. R. L. was natuurlijk zelf een zwetser. Ik ook, geef ik toe. En
daar is niets mis mee. Want – vrij naar Gerard Reve – er is
niets tegen gezwets, zolang Gods zegen er maar op rust.
21 juli 2010,
Steven Verhelst
Milram
Mijn trein had vertraging, en ik besloot mijzelf iets te eten te
kopen in het Bordrestaurant. Ik bestelde een salade en een
riesling. Erbij werd een broodje en een klein kuipje boter geserveerd.
De boter was van het merk Milram.
Tot vandaag wist ik alleen dat het woord Milram op de
truien van de wielerploeg van de Nederlandse Tour de France deelnemer
Niki Terpstra stond (helaas is hij in de derde rit al uitgevallen). Nu
weet ik eindelijk dat het een zuivelmerk is. De rekening
bedroeg zestien euro, maar mijn vertraging was niet voor niets
geweest.
19 juli 2010,
Steven Verhelst
Streaker
Gisteravond, tijdens een wetenschappelijke presentatie over Aziatische
kunst, liep er opeens een streaker door de zaal, iemand die naakt
rondrende. Dat had ik nog niet eerder meegemaakt. Het was een tweejarig
meisje en ze kraaide van plezier. Ook de aanwezigen lachten, maar ik
dacht: waar zijn de vader en moeder? Die bleken gewoon in het
publiek te zitten.
18 juli 2010,
Steven Verhelst
Brusselmans
Tijdens
de conferentie in Potsdam kwam er een meisje naast me zitten dat op
Herman Brusselmans leek. Lang haar, neus, klein brilletje. Ik vond haar
niet onaantrekkelijk, maar dat kwam waarschijnlijk omdat ik fan ben van
het werk van HB.
Als ze ook nog graag zou drinken, was de gelijkenis compleet.
Maar ik kon haar niet ontdekken, diezelfde avond, toen er gratis bier verstrekt werd.
Misschien zat ze te lezen, dacht ik wanhopig. Of te
schrijven. Morgen was er weer gratis drank. Morgen was er weer een
mogelijkheid om haar te ontmoeten.
17 juli 2010,
Steven Verhelst
Potsdam
Ik moest naar station Potsdam Pirschheide voor een bijeenkomst van de
Deutsche Forschungsgemeinschaft. Mijn trein vanuit Berlijn had
vertraging. Toen zat ik op Potsdam Hauptbahnhof, want treinen naar
Pirschheide gaan slechts één maal per uur. Het gaf me
ruim de tijd om dit stukje te schrijven. En zo heeft ieder nadeel weer
een voordeel, zoals filosoof Johan Cruijff ooit zei. Toch kwam er een
lichte ergernis in mij op. Gelukkig ligt mijn hotel vlak bij
station Pirschheide en heeft het verschillende
ontspanningsmogelijkheden: een fitnesszaal, een zwembad, een sauna. En
hopelijk een bar met een ruime keuze aan wijn.
16 juli 2010,
Steven Verhelst
Pamplona
Deze week vinden in Pamplona de jaarlijkse stierenrennen plaats. Mannen
– veelal beschonken – rennen voor de stieren uit die naar
de arena worden geleid. Elk jaar leidt het evenement tot tientallen
gewonden.
Ik kan bij de plaatsnaam Pamplona niet nalaten te denken
aan Miguel Indurain, die jarenlang mijn held was. De sfinx werd hij
genoemd. Hij was bescheiden, hij zei niet veel.
Hij was de eerste man die de Tour de France zes keer had
moeten winnen. Maar Indurain verloor tijd in de bergen. Hoewel hij geen
rasklimmer was, had hij in de jaren van zijn tourzeges zo’n hoog
tempo gereden dat de meeste klimmers hem niet volgen konden. Nu kon hij
zelf het tempo niet meer bijhouden.
Bjarne Riis won de Tour. Later gaf hij toe EPO te hebben
gebruikt. Zoals veel renners in die dagen. Indurain is nooit positief
getest. En ook al zou hij toegeven te hebben gebruikt, voor mij blijft
hij een groot sportman.
15 juli 2010,
Steven Verhelst
3 jaar
Hoewel het eerste stukje
op deze blog – over de Palo Alto Public Library – van juni
2007 dateert, vond de officiële lancering van deze website precies drie jaar
geleden plaats.
Via mijn provider kan ik zien met welke zoekopdrachten
deze blog werd gevonden. De merkwaardigste van afgelopen jaar vond ik: ze bond hem geil vast en liet de beren los.
Ik vraag me af waar deze internetter naar op zoek was. Vast niet naar de Palo Alto Public Library.
14 juli 2010,
Steven Verhelst
Rennen
Soms denk ik: waar doen we het allemaal voor, dit leven, deze ellende?
Maar als ik achter mijn computer zit met mijn vingers op
de toetsen, en er verschijnt een zin op het scherm, en nog een zin, dan
verdwijnt dat gevoel.
Een mens zonder taal is geen mens. De taal maakt ons, en
wij maken de taal. Het is een cirkel waarin ik rond wil blijven rennen.
13 juli 2010,
Steven Verhelst
Weltschmerz
Ik was in slaap gevallen en werd wakker toen de trein het station van
Moosburg binnenreed. Het was al laat, er gingen geen treinen meer
terug. Buiten het station stonden geen taxi’s te wachten, en
de nummers die in de telefooncel stonden aangegeven, gaven geen gehoor.
Of ik kreeg een antwoordapparaat. In elk geval geen taxi-centrale.
Er zat niets anders op dan te wachten op de eerste trein.
Als een zwerver ging ik op een metalen stationsbank liggen. Het was
geen goed gevoel, fysiek en mentaal.
Ooit had ik een t-shirt met het bovenstaande opschrift,
maar het is tijdens mijn verhuizing naar Duitsland kwijtgeraakt. Ik ben
wel meer kwijtgeraakt in Duitsland, mijn geliefde, mijn verstand. Het
enige wat groeit, is de Weltschmerz
in mijn hoofd, vooral nu, deze zondagnacht op een stationsbank. Tot het
moment dat de eerste trein binnenrijdt, kan ik alleen maar denken:
what kind of world is this? It's kind of crap.
12 juli 2010,
Steven Verhelst
Film Noir
mijn psychiater zegt:
je speelt de hoofdrol in je eigen leven
maar als dat waar is
zit ik in een slechte film
het script is weg,
of nooit geschreven
en elke scène is er één te veel
je voelt
dit wordt geen happy end
en inderdaad
ik ga alweer teleurgesteld naar huis
er is geen regisseur die mij kan helpen
mijn psychiater zei: je bent je eigen held
misschien kan morgen al
de aftiteling in de krant vermeld
Ooit schreef ik dit
gedicht voor de verjaardag van S. Dat doe ik heel, heel af en toe. Een
gedicht schrijven voor iemands verjaardag. En nu plaats ik het op deze
site, tijdens deze hete vrijdagnacht, waarop een mug mij door mijn sok
heen in mijn voet gestoken heeft .
10 juli 2010,
Steven Verhelst
Gegrilde octopus
Voetbal betekent bijgeloof. Voor de spelers (kruisjes slaan, altijd met
dezelfde voet het veld betreden), en voor de fans ('Ik drink
altijd witbier tijdens een wedstrijd, want dan winnen ze').
In Duitsland is er een kleine hype ontstaan rond octopus
Paul uit het aquarium in Oberhausen. Hij schijnt de winnaar te kunnen
voorspellen van de voetbalwedstrijden waarin Duitsland speelt. Voor
elke wedstrijd krijgt hij de keuze uit twee plastic dozen waarin een
mossel of oester zit. Elke doos heeft een vlag: die van Duitsland en
die van de tegenstander. De doos als eerste opengemaakt wordt,
correspondeert met het land dat zal winnen.
Dit WK heeft Paul alle wedstrijden van Duitsland correct
voorspeld. Dinsdag was de paniek groot toen Paul de mossel uit de doos
van Spanje haalde. En hij kreeg gelijk: Spanje won.
Is Paul echt helderziend? Of zijn de voetballers zo
bijgelovig dat het gedrag van de octopus hun spel heeft beïnvloed?
Ik denk het laatste. En ik denk ook dat er vandaag veel gegrilde
octopus gegeten zal worden. Als wraak.
8 juli 2010,
Steven Verhelst
Enttäuscht
De mensen om mij heen, in
de Biergarten Weihenstephan, zijn na de verloren halve finale tegen
Spanje teneergeslagen, teleurgesteld, enttäuscht. Die Mannschaft
heeft het niet gered, ze kwamen tegen Spanje niet in hun spel.
Ook ik ben teleurgesteld, want Nederland-Duitsland zou
natuurlijk een droomfinale zijn geweest. Nu moeten we het tegen Spanje
doen. Ook mooi. En het voordeel is dat ik zonder gevaar in mijn oranje
tenue over straat kan.
7 juli 2010,
Steven Verhelst
Ja
Afgelopen zondag heeft Beieren in een referendum gestemd over het
rookverbod in de horeca. En het resultaat is: ja zum
nichtraucherschutz. Vanaf 1 augustus wordt het weer verboden om in alle
horeca-gelegenheden te roken, inclusief kleine kroegen en biertenten.
Ik was verbaasd over de uitslag, want er zijn veel rokers
in Beieren. Maar als niet-roker ben ik er uiteraard blij mee.
6 juli 2010,
Steven Verhelst
Fight club
Meteen nadat ik van de tandarts vandaan kwam, ging ik naar de apotheek
om een ontsmettende mondspoeling te kopen. De tandarts had flink in
mijn tandvlees zitten knippen. Het bloedde, en ondanks het gaasje
waarop ik beet om de wond dicht te drukken, zagen mijn tanden rood. Ik
moet eruit hebben gezien als Edward Norton in Fight Club.
You can swallow a pint of blood before you get sick, merkt Norton in deze passage op. Zo ver wil ik het niet laten komen.
5 juli 2010,
Steven Verhelst
Overlevingspakket
Ik heb een overlevingspakket samengesteld voor de eerste dagen na het
trekken van mijn verstandskies. Er liggen ijsblokjes in de vriezer. Ik
heb ibuprofen gekocht, yoghurt, soep, appelmoes, aardappels om puree
van te maken. En gisteren gaf mijn zus me een pakje met rietjes om het
drinken te vergemakkelijken. Het pakket is compleet.
4 juli 2010,
Steven Verhelst
Tour de France
In 1988 won Steven Rooks als eerste Nederlander de bolletjestrui. Toen
mijn zus en ik na de Tour van dat jaar naar het criterium in Wateringen
gingen, maakten we bolletjespetten, van papier en een elastiekje.
Vandaag stonden mijn zus en ik langs het parcours van de
proloog in Rotterdam. De Tourcaravaan kwam voorbij: een stoet van
reclame-wagens die vanalles naar het publiek gooiden. En tot mijn
vreugde waren daar ook bolletjespetten bij.
3 juli 2010,
Steven Verhelst
De rattenvanger van Hamelen
Op een aanplakbiljet zag ik de aankondiging van een toneelstuk over de
rattenvanger van Hamelen. Pas sinds dit WK voetbal weet ik hoe de
ratten werkelijk uit Hamelen verdreven zijn: met een vuvuzela.
2 juli 2010,
Steven Verhelst
Worstelen
Onlangs zag ik de film The wrestler
– een grandioze comeback van acteur Mickey Rourke – over de
ondergang van een worstelaar wiens beste tijd al meer dan een decennium
achter hem ligt. De film gaat over meer dan worstelen. De film gaat
over het leven. Wij zijn allemaal worstelaars, en aan het eind gaan we
ten onder.
1 juli 2010,
Steven Verhelst
|