Explosieven
Anders
Breivik,
de man die de aanslagen in Noorwegen pleegde, was eerder dit jaar al op
de radar van de Noorse veiligheidsdienst gekomen toen hij
chemicaliën uit Polen kocht. Het ging om 300 gram natrium
nitriet.
Natrium nitriet wordt onder andere gebruikt als
conserveermiddel voor vlees. Je leest het in de lijst met
ingrediënten op de pakjes gesneden ham en
salami die je in de supermarkt koopt.
Breivik had dat als smoes achter de hand: hij zou
de
bestelde hoeveelheid natrium nitriet gebruiken als conserveermiddel
voor elandenvlees dat hij bij de jacht had verkregen. Want hij had
immers een wapen voor de jacht.
Uiteraard gebruikte Breivik natrium nitriet niet
als
conserveermiddel, maar voor de synthese van een explosief van zijn
autobom: diazodinitrofenol (DDNP). De bulk van de bom bestond uit een
mengsel van ammonium nitraat (kunstmest), diesel en aluminiumpoeder.
Maar om dat te laten ontploffen heb je een ander explosief nodig, zoals
picrinezuur, dat op zijn beurt door een primair explosief (DDNP) tot
ontploffing wordt gebracht. Al deze informatie is makkelijk op internet
te vinden. Met dank aan de IRA, de ETA, Al Qaida, en alle andere
terroristen die gebouwen willen laten ontploffen.
In Nederland is picrinezuur af en toe in het
nieuws
als er een oud flesje met deze stof in een scheikundelokaal van een
middelbare school wordt gevonden.
Anders Breivik synthetiseerde picrinezuur uit
aspirine. In
zijn manifest beschrijft hij hoe hij langs twintig apotheken ging om
steeds drie pakjes te kopen, de maximale hoeveelheid. Alleen al de
wandeling van apotheek naar apotheek kostte hem vier uur. Later
herhaalde hij deze ronde, en in totaal schafte hij 190 pakjes aspirine
aan. Sommige apothekers herkenden Breivik van de vorige keer
–
maar er gingen geen alarmbellen rinkelen. Wie denkt er bij drie pakjes
aspirine aan een autobom?
Uiteindelijk kostte het Breivik in totaal een
maand of
vier om de ingrediënten voor zijn bom aan te schaffen, te
synthetiseren en te testen. Bij het maken van een succesvolle autobom
komt meer kijken dan je op het eerste gezicht denkt, maar het is
makkelijker en minder tijdrovend dan het ontwikkelen van een succesvol
medicijn.
Het beste medicijn tegen terrorisme is een
maatschappij
waarin iedereen tevreden is. Maar die zal er wel nooit komen.
27 juli
2011,
Steven Verhelst
27
Amy
Winehouse (27) dood gevonden. Dat las ik vandaag op de
website van een krant.
Zevenentwintig is een populaire leeftijd om als
rockartiest dood te gaan. Kurt Cobain, Jim Morrison, Jimi Hendrix en
Janis Joplin gingen ook dood op 27-jarige leeftijd.
Ik ben blij dat ik geen rockster ben die in de
club van 27
zit, anders had ik deze blog nooit kunnen schrijven. Maar hoe zit het
met chemici?
Albert Hofmann, de chemicus die als eerste LSD
synthetiseerde, stierf toen hij 102 was. Friedrich Woehler werd 82,
Hans Krebs 81, en Van der Waals 85. Oude mannen, maar goed, de meeste
chemici worden pas bekend na hun veertigste.
Met schrijvers en dichters is dat
anders. Jacques
Perk overleed op 22-jarige leeftijd, Frans Kellendonk werd 39
en
Slauerhoff stierf toen hij 38 was. Maar Leo Vroman is 96 en leeft nog
steeds. En Harry Mulisch, hoewel overleden, is uiteraard onsterfelijk.
Kortom: er valt geen patroon in te ontdekken.
Ik ga
gewoon verder met leven. Wie weet ben ik pas op de helft of slaat
morgen mijn laatste uur. En eerlijk gezegd: het kan me geen reet
schelen.
23 juli
2011,
Steven Verhelst
Anstrengend
Op de bijeenkomst in Potsdam gaat alle communicatie in het Duits. Voor
mij is het anstrengend,
want mijn Duits is nog steeds slechts. Het is uitputtend, en 's avonds
na de laatste lezing, wanneer er een netwerkborrel plaatsvindt, heb ik
een lichte hoofdpijn. Misschien is het net zoiets als spierpijn: mijn
hersenen hadden gebieden gebruikt die anders nooit actief worden. Of
kwam het door de wijn, die ik - tijdens een gesprek met een paar saaie
wetenschappers die maar over fysische eigenschappen van mineralen en
anorganische verbindingen bleven praten - glas na glas naar binnen
goot?
21 juli
2011,
Steven Verhelst
Humanity
Het was heet in New York. Heet en benauwd.
Ik zuchtte en wuifde me met mijn pet koelte toe.
Naast me in de metro zei iemand: 'It's
not the
temperature that's unbearable, nor the humidity. It's humanity.'
19 juli
2011,
Steven Verhelst
Vreemd voedsel
In het Chinatown van New York woont de grootste populatie Chinezen
buiten China. Tijdens mijn bezoek aan Manhattan ging ik er lunchen.
'Weet u zeker dat u dit gerecht wilt?' vroeg de
serveerster.
Ik had de
Three
meat combination besteld.
'Is het geen goede keus?'
'Er zit varkensbloed in. Ik vind het niet te eten,
en het ziet er onsmakelijk uit.'
Als een Chinees iets niet te eten vindt, dacht ik,
moet het wel heel erg bar zijn.
'Doet u mij dit gerecht maar
zonder het
varkensbloed,' zei ik.
Dat kon. Het varkensbloed werd vervangen door
Chinese Broccoli. Heel smakelijk.
18 juli
2011,
Steven Verhelst
Zingen
Aan het eind van de middag beginnen de krekels op de campus van
Davidson college een enorm lawaai te maken.
Ze zingen.
Ze zingen om hun vrouwtjes te versieren.
Op de conferentie waar ik ben, wordt de laatste
avond met karaoke afgesloten. Karaoke godbetert.
Zodra ik ga zingen, kan ik het versieren van
vrouwen wel
vergeten. Maar misschien is dat goed, want het hulpje van de
organisatie zei expliciet dat - naast vernielingen in de kamers en
binnenshuis roken - sexual
harassment tijdens deze conferentie strict
verboden is.
14 juli
2011,
Steven Verhelst
Nuthin'
Ik ging op zoek naar een bar in de buurt van de campus waar de
conferentie over membraanproteases plaatsvindt. Ik wilde wat rednecks
ontmoeten en een kroeg leek me de meest geschikte plek. Op de hoek van
Main street en South street vond ik er eentje. Maar het drinklokaal was
al gesloten. De openingstijden waren van 11 uur 's ochtends tot 10 uur
's avonds.
Op weg terug naar de campus zag ik een paar
jongeren op een bankje zitten.
'De bar is al gesloten,' zei ik. 'Wat doen de
mensen hier 's avonds?'
Ze keken me schaapachtig aan. En uiteindelijk
antwoordde een van hen: 'What do they do? Nuthin'.'
13 juli
2011,
Steven Verhelst
Terreur
In de slaapruimte naast mij begint om tien over zes 's ochtends een
alarm te piepen. TE PIEPEN. Heel luid te piepen. Het ergste is dat het
niet ophoudt. Ik bid dat de batterijen snel leeg zijn of dat de stroom
uitvalt.
11 juli
2011,
Steven Verhelst
Gevangenis
Tijdens de conferentie in
North Carolina verblijf ik in een dorm, een Amerikaans
studentenonderkomen. Ik deel een badkamer met drie anderen. Een keuken
met koelkast en kookgelegenheid is er niet, want de studenten eten elke
maaltijd in de mensa.
Er zijn studeerruimtes voor twee personen. Slapen
doe
ik privé. Dat kan ook niet anders, want de
slaapkamers zijn
twee bij drie meter. Net zo klein als een gevangeniscel. Ik ben blij
dat ik hier niet studeer.
10 juli
2011,
Steven Verhelst
New York
Na vijf jaar keer ik weer terug naar New York. Een paar dagen
Manhattan. Het is niet mijn favoriete stad. Maar het is alleszins beter
dan North Carolina, waar ik later deze week zal zitten.
Van North Carolina weet ik niks, behalve dat er
een
bepaald soort inheemse druif schijnt te groeien. Verder zal er wel
niets te zien zijn. Dat is op Manhattan wel anders. Wolkenkrabbers,
musea, Central Park, en hopelijk een flink aantal rare mensen.
6 juli 2011,
Steven Verhelst
Ei
Soms moet je je ei kwijt. Niet alleen als mens, ook als duif. Ook al is
dat op de zitting van een stoel op een terras van een Indisch
restaurant.
De ober pakte het ei weg en nam het mee
naar
binnen. De duif bleef de rest van de avond treurig op de stoel
zitten. Ze werd een paar keer weggejaagd door de ober, maar kwam steeds
weer terug.
Ik besloot vandaag geen gerecht te bestellen dat
ei bevatte.
4 juli 2011,
Steven Verhelst
Navel
Sommige navels zien het
daglicht nooit. Het zijn geen navels meer, het zijn diepe vleesputjes
waar stof en muffigheid zich ophopen. En bacteriën. In de
menselijke navel wonen 1400 verschillende bacterie-stammen. Dat hebben
microbiologen van het
navel biodiversiteitsinitiatief
gerapporteerd.
Ik denk niet dat het veel verdere betekenis heeft.
Maar misschien dat dit onderzoek komend jaar de
Ig
Nobel prijs wint.
2 juli 2011,
Steven Verhelst
Die schitterende Tour
de France
Morgen begint hij weer. Die schitterende Tour de France.
Het zal afzien worden, want een deel van
de race ben
ik op een congres in de Verenigde Staten en zal ik weinig van de
etappes kunnen volgen. Maar misschien kan ik stiekem via mijn laptop
radio Tour de France opzetten.
Het venijn zit in de staart: voordat er op de
Champs
d'Elysee wordt gefinished, zijn er twee zware Alpenetappes en een
individuele tijdrit. Ik kijk al uit naar de gevechten tussen Alberto
Contador, Andy Schleck en Robert Gesink op de bergflanken. Wordt de
Alpe d'Huez weer een Nederlandse berg...?
1 juli 2011,
Steven Verhelst