Reizen
Ik moet veel reizen de laatste weken. In februari was ik in Leeds,
vorige week in Berlijn, afgelopen weekend in Nederland, daarna in
België, en over anderhalve week weer in Engeland. Eten, drinken,
met mensen praten. Er blijft soms nauwelijks tijd over om te slapen,
laat staan om te schrijven. Hoewel dat eigenlijk geen excuus is, want
schrijven kun je overal waar je je laptop open kunt slaan. In
wachtkamers, treincoupés, vliegtuigen, kantines, of gewoon
buiten, zittend op een bank.
30 maart
2015,
Steven Verhelst
Toiletten
Ik ben op een bijeenkomst aan de Technische Universiteit van Berlijn.
De toilettenhokjes in de buurt van de collegezalen zijn volgekalkt met
ongein.
Schwanz,
ficken,
Arsch
en andere weinig filosofische teksten. De interessantste tekst vond ik
nog vlak bij de onderkant van de deur, die een kleine opening tot de
vloer vrij liet.
Pas op voor limbodansers!
In januari was ik op de Bahamas. Daar werd tijdens
een Bahamees feest voor de resortgasten een wedstrijd limbodansen
gedaan. Gelukkig weerhield mijn vrouw mij ervan om mee te doen, want
uiteindelijk werden de deelnemers natuurlijk voor schut gezet. De
winnaar kreeg een fles rum. Dat dan weer wel.
25 maart
2015,
Steven Verhelst
Bugblast
Ik ging naar het museum voor computerspellen aan de Karl-Marx-Allee in
Berlijn. Bij de ingang stond een levensgroot beeld van Lara Croft. Maar
het beste waren de
Arcade machines die.er stonden. Je kon ze bedienen zonder munten erin te gooien. Frogger, Packman.
Korte tijd speelde ik Frogger, en voelde me als
George Costanza in de sitcom Seinfeld. In een van de afleveringen wordt
duidelijk dat hij na twintig jaar nog altijd het record van Frogger
heeft in de locale snackbar.
Ik bleef ver verwijderd van het record.
Langer speelde ik een spel dat ik nog kende van de lagere
school, op de Commodore-64. Daar heette het Bugblast. Een 2D
schietspel, waarin je paddestoelen, spinnen en wormen kapot moest
schieten. Ook hier bleef ik verre verwijderd van het record, maar dat
maakte niet uit. Ik voelde me weer elf jaar. En dat is ook wat waard.
22 maart
2015,
Steven Verhelst
Berlijn
Ik neem de trein naar Berlijn. Vanuis Essen is dat nog geen vier uur
rijden. Ik zit met mijn laptop op schoot, drink een blikje bier, en
werp af en toe een blik naar buiten. Er zitten meer plannen in mijn
hoofd dan ik kan uitvoeren. Naar het computerspellenmuseum, naar
Kaufhaus des Westen, kroegtijgeren (onder andere in de Rum Trader; een
kroeg zonder drank menu; ze schijnen perfecte cocktails te mixen op
basis van je favoriete sterke drank), naar de bioscoop gaan om
cult-films te zien, wandelen in de Zoologischer Garten, een curryworst
eten bij Curry 36, een curryworst eten in het tentje dat in een
voormalig openbaar toilet onder een U-Bahn station zit.
Maar ik moet naar een congres met twee georganiseerde
diners. Dus ik ben bang dat ik weinig tijd zal hebben om al mijn
plannen uit te voeren. Of het moet een lange zaterdag worden. Een heel
lange zaterdag.
21 maart
2015,
Steven Verhelst
Lachende vrouw
Ik denk niet dat taal is ontstaan louter voor communicatie, maar om
vrouwen te be-indrukken en te laten lachen. Ik zie vooral mijn vrouw
graag lachen. Dan worden haar ogen klein, gaan haar neusvleugels naar
elkaar toe en haar mondhoeken omhoog. Op die manier is ze voor mij
wellicht op haar mooist. En op de manier waarop ze me precies vijftien
maanden geleden aankeek en 'ja' zei.
20 maart
2015,
Steven Verhelst
Scheuren en spugen
Mijn avonturen in de S1-trein naar en van Dortmund gaan door. Gisteren
zat er op de bank aan de andere kant van het gangpad een man luid voor
zichzelf te mompelen. Hij had een dikke krant bij zich, die hij met
twee of drie pagina's tegelijk verscheurde. Toen hij daarmee klaar was,
haalde hij luid zijn neus op en schraapte zijn keel om een enorme
rochel op zijn tong te verzamelen. Hij keek even rond, en spoog de
fluim daarna uit in een van de stukken krant, die hij daarna
verfrommelde. Vervolgens stond hij op, griste van het bagagerek nog een
krant weg en sprong de trein uit, die inmiddels in Bochum was gestopt.
In Bochum stappen de meeste merkwaardige mensen uit.
Toch zit ik liever in de buurt van een luide, spugende
krantenscheurer dan tegenover een stinkdier. Dat gebeurde vandaag. Hij
droeg een versleten, zwart-leren jack. Of hij in zijn broek gepist had,
kon ik niet zien, maar het rook wel zo. Gelukkig stapte ook hij in
Bochum uit.
Een paar jaar geleden
heb ik een sollicitatiegesprek aan de universiteit van Bochum gehad. Ik
ben blij dat ik daar toen niet ben aangenomen. Wie weet was ik ook als
krantenscheurer ge-eindigd. Of als stinkdier.
19 maart
2015,
Steven Verhelst
Gemist
Ik heb er helemaal niet bij stilgestaan.
Eerst was het vrijdag de dertiende, en een dag later een historische
"pi dag". Maart 14, 2015, om 9 uur 26 en 53 seconden. Ofwel 3-14-15,
9.26:53, de eerste tien cijfers van pi (de verhouding van de omtrek van
een cirkel en de middellijn).
Over de hele wereld werden pizza pies en gevulde pies gegeten. Rond uiteraard.
Het waren natuurlijk wel nerds die deze dag vierden. Maar goed, door de populariteit van de sitcom "
The big bang theory", dat nu al tien seizoenen telt (meer dan Seinfeld), maakt de nerd een enorme come-back.
Ik ben al lang geen nerd meer - vind ikzelf tenminste.
Jammer eigenlijk, anders had ik zaterdag een flink stuk pie gegeten.
16 maart
2015,
Steven Verhelst
Kleine geografie van het Ruhrgebied
Vrijwel elke stad in Duitsland heeft zijn eigen merk pils. In
Noord-Rijn-Westfalen tenminste. Essen heeft Stauder, Bochum Moritz
Fiege, Duisburg König.
Brinkhoff uit Dortmund heeft sinds kort een speciale
actie. Elk krat bevat een hele reeks aan verschillende etiketten met
steden uit het Ruhrgebied.
Vanavond was er op ons instituut een
barbecue.
Essen. Bochum.
Gelsenkirchen, Schwerte, Recklinghausen.
Ik dronk geen
bier om licht in mijn hoofd te worden, maar om de geografie van het
Ruhrgebied beter te leren kennen.
12 maart
2015,
Steven Verhelst
Koolhydraten
Tegenover mij in de trein zat een varken. Of eigenlijk een nijlpaard, zonder nek.
Ze zat met een vriendin te praten over kinderen, haar man, en eten.
"Pasta, aardappelen, rijst," zei ze. "Ik zou niet zonder koolhydraten kunnen leven."
Nee, dacht ik, dat kan ik zien.
"U vergeet de chocolade, de koekjes en de taartjes," wilde
ik zeggen, maar het was te vroeg in de ochtend om ruzie te zoeken.
Zelf probeer ik sinds twee maanden zonder koolhydraten te
lunchen, want mijn onderlijf begint aan alle kanten uit te dijen. Veel
geholpen heeft het nog niet. Mijn buik moet nog steeds een paar kilo
verliezen. Misschien ligt het aan mijn leeftijd. Alles gaat langzamer.
Mijn stofwisseling, mijn haargroei, En het is ook de vraag of ik ooit onder de 46.30 zal
lopen op de tien kilometer (een tijd die ik drie jaar geleden liep). Gelukkig komt het voorjaar eraan, en kan ik meer
trainen dan in de winter. Misschien komt het met buik dan ook wel goed.
11 maart
2015,
Steven Verhelst
Schoolkrant
Ik zit elke dag in de S1 richting Dortmund, en elke dag zie ik dezelfde mensen.
Eén man lijkt sterk op een jongen die samen met mij
in de redactie van "Groenvoer" zat, de schoolkrant van het Groen van
Prinsterer Lyceum.
Ik besluit hem niet aan te spreken. Ik heb gehoord dat hij
ergens architect of makelaar is geworden, dus wat zou hij dagelijks in
de trein richting Dortmund doen?
Op wie zouden andere mensen denken dat ik lijk? Hun
tandarts? De melkboer van vroeger? Hun voormalige buurman die
plotseling met de noorderzon vertrokken was?
10 maart
2015,
Steven Verhelst
Buurman
Boekenweekgeschenken zijn niet vaak van hoge kwaliteit. Dat heb ik op
deze website wel eens beweerd, geloof ik. Het geschenk van Tommy
Wieringa, vorig jaar, vond ik daarentegen geslaagd.
Dit jaar heeft Dimitri Verhulst het boekenweekgeschenk
geschreven. Ook van dit geschenk verwacht ik dat het goed is. Verhulst
had het eerste idee waaraan hij schreef, weggegooid, omdat het niet
goed was. Daarna was hij aan iets compleet anders begonnen. Dat
beweerde hij tenminste vorige week in de De Wereld Draait Door.
Als ik ooit een boek schrijf, wordt het in de boekwinkels
en bibliotheken misschien de buurman van de boeken van Verhulst. Liever
zou ik naast Reve staan; dan moet ik de eerste drie letters van
mijn naam omdraaien. Maar Verhelst is zo slecht nog niet. Je kunt het
een stuk slechter treffen.
9 maart
2015,
Steven Verhelst
Waanzin
Vandaag begon de boekenweek 2015. Het thema is "Te gek voor woorden". Over waanzin in de literatuur.
In de meeste verhalen van mij zijn de hoofdpersonen
waanzinnig. Ze zitten gevangen in hun eigen denkpatroon, en in die
wereld is hun gedrag normaal. De gedachten zijn sterker dan de
werkelijkheid. Maar dat geldt eigenlijk voor iedereen.
7 maart
2015,
Steven Verhelst
Schoen
Het wordt langzaam weer lente. Als 's ochtends naar het treinstation
loop, tsjipen de vogels al. De lucht kleurt langzaam blauw.
Toen ik vanochtend op het perron stond, zag ik een
schoen naast de rails liggen.
Hoe iemand een schoen kan verliezen, heeft mij
altijd geïntrigeerd.
Zelf ben ik truien verloren, handschoenen, sjaals,
sokken, t-shirts en mutsen. Maar nog nooit een schoen.
Er kwamen direkt verhalen in mij naar boven. Over
boze meisjes die met schoenen werpen. Over jongens die een wedstrijd
doen in zo laat mogelijk in- of uitstappen.
Mijn trein viel deze ochtend uit, en de volgende
had vertraging. Of het met de schoen te maken had, wist ik niet. Ik
ging op een van de metalen bankjes zitten en klapte mijn laptop open om
deze blog te schrijven. Mijn vingers werden ijskoud, ondanks het typen.
Hoog tijd dat het echt lente wordt.
3 maart
2015,
Steven Verhelst
Schaamte
Ik zag de aflevering van College Tour met Arnon Grunberg.
Bijna al zijn boeken heb ik gelezen.
Blauwe Maandagen. Figuranten. De heilige Antonio.
Fantoompijn. De Mensheid zij geprezen. Amuse Geuele. Sterker dan de
waarheid. De asielzoeker. Grunberg rond de wereld. Het aapje dat geluk
pakt. De joodse messias. De techniek van het lijden. Onze oom. Huid en
haar. De man zonder ziekte. Apocalyps.
Schaamte - daar ging het gesprek vooral over. En
ik vroeg mij af: waar schaam ik mij voor?
Voor alles wat ik hier geschreven heb, schaam ik
mij niet. Een eventuele spel- of stijlfout daargelaten.
Schrijven is biechten. Wat je schrijft, gaat de
schaamte
voorbij. Sowieso kun je je altijd verschuilen achter de fictie. Wat je
opschrijft, onttrekt je aan de werkelijkheid. En dat is natuurlijk
goed. Want de werkelijkheid is vluchtig.
2 maart
2015,
Steven Verhelst