Wintervertelling
Ik geloof niet dat het in Rotterdam kouder wordt dan in Boston, waar ik
afgelopen week kou heb gevat. Maar goed. Aanstaande zondag is in
Restaurant Kip (Van Vollenhovenstraat 25 te Rotterdam) een avond met
wintervertellingen, aanvang 19.30. Optredens door Sanneke van
Hassel, Marcel Möring, Ernest van der Kwast en Wim Staessens die Tommy Wieringa
leest. Voor reserveringen: winter@nurliteratur.nl
Mij zul je er niet zien. Ik heb al genoeg winter gehad en ben blij dat ik weer in Californi ë zit.
29 november 2007, Steven Verhelst
Vliegveldbar
De jongen die
naast me aan de vliegveldbar nabij gate D9 zit heeft nog geen slok van zijn
whiskey genomen. En hij zit er al een tijdje, de sukkel. Hij ziet er ouder uit
dan mij, maar hem werd om zijn identiteitskaart gevraagd, en mij niet. Want ik
ben kaal en kleed me netjes, terwijl hij een bos haar heeft en een t-shirt met
schreeuwende kleuren draagt.
Ik
zit aan de bar in terminal D van het vliegveld in Philadelphia en wacht
op mijn vliegtuig naar San Francisco. Ik drink in sneltreinvaart
Grolschjes (die
hebben ze hier op de tap) om de tijd in mist op te laten gaan.
Een
echte man drinkt om te vergeten. Volgens mij is dat een citaat van Brusselmans.
Maar het zou ook een citaat van mijzelf kunnen zijn. Het is een waarheid van
alle tijden.
28 november 2007, Steven Verhelst
Schoolschriften
Toen ik vanmorgen
onder de douche stond, probeerde ik te bedenken waarover het meesterwerk zou
gaan dat ik ooit zal moeten schrijven. Maar het enige wat mij te binnen schoot,
was een opmerking van een klasgenoot uit de brugklas. Dat het zo enorm brandde
als je met een rietje zeepwater in het gaatje van je piemel liet druppelen.
Ja, op die leeftijd wist ik al wel wat
aftrekken was, maar hij praatte er openlijk over. Spuiten deed hij altijd op een
kladblaadje dat hij uit een schoolschrift scheurde, zei hij. Daarna verborg hij het papier
achter een stapel boeken totdat het opgedroogd was en hij het als een prop in
de prullenmand liet verdwijnen.
Ook
die jongen heeft nu werk, een vrouw, wie weet wel een kind. En
misschien denkt hij nooit meer terug aan de stapels schoolschriften
die onbeschreven in de prullenmand zijn verdwenen. Maar ik wel –
vanmorgen onder de
douche, terwijl de druppels op mijn gezicht uiteen spatten.
27 november 2007, Steven Verhelst
Killadelphia
Een maand geleden
is mijn vriendin naar Philadelphia verhuisd. In de eerste week circelden er al
helicopters in een nabijgelegen buurt op zoek naar een schutter die drie mensen
had neergeschoten. Iedereen overleefde het incident, behalve de schutter zelf.
Hij verdronk nadat hij de Schuylkill rivier was ingesprongen om aan de politie te
ontkomen.
Op internet zijn er zelfs plattegronden van
Philadelphia te vinden, waarop recente moorden en schietpartijen worden
afgebeeld. Maar om alle plaatsen uit het verleden te mijden waar schoten zijn
gelost, dat is bijna tussen de druppels doorlopen tijdens een regenbui.
25 november 2007, Steven Verhelst
Peter Maas
Gisteren miste ik mijn vlucht van San Francisco naar Philadelphia, waarover meer hier. Het
volgende vliegtuig zou pas vijf uur later vertrekken.
Wat doe je eraan?
Terwijl andere mensen weggedoken
op een bankje zouden zitten mokken, probeerde ik iets van de wachttijd te
maken. Ik bestelde citroenthee met chocoladecroissants, praatte met Indiërs die
in Toronto bleken te wonen, en zat met een groot glas Anchor Steam bier aan de
bar naast Gate 69. Ik ontmoette er iemand die ooit een Nederlands boek gelezen had, van de
schrijver Peter Maas.
'Het boek ging over de oorlog,' beweerde
hij. Uiteindelijk bleek het om ‘de aanslag’ van Harry
Mulisch te gaan.
Vrienden-voor-een-kwartier, zo
noem ik de mensen die ik op het vliegveld tegenkom. Langer duren de
ontmoetingen meestal niet. Ik bestelde nog een Anchor Steam, en voor ik het wist,
begon het instappen van vlucht 186 naar Philadelphia
21 november 2007, Steven Verhelst
Denkend aan Holland
Wat is een
Hollandser ontbijt dan een roggeboterham met kaas? Zeker als het geen homp kaas
maar een klomp kaas is (onlangs van mijn broer gekregen).
Iedereen zal mij voor gek verklaren, maar ik
was blij met die kaas. Ik ben al weer zo lang in de Verenigde Staten dat ik
Nederlands voedsel begin te missen.
En niet alleen voedsel, soms mis ik ook Studio Sport op zondagavond,
het openbaar vervoer (dat zo slecht nog niet is), Schiedamse oude
jenever, en de versprekingen van Philip Freriks.
Gek genoeg verlang ik het meest naar de
Hollandse snackbar. Hoewel Amerika barst van ongezond eten, zijn er nergens
frikandellen speciaal, patatjes oorlog of bitterballen met mosterd te vinden.
Daarom neem ik nog maar een roggeboterham met kaas. Ook lekker.
20 november 2007, Steven Verhelst
Dansen en zingen
Afgelopen maandag
had ik een sollicitatiegesprek aan een universiteit in Pennsylvania. Vanuit Philadelphia reed ik er
met een huurauto heen. De bomen stonden in bruine, rode en gele kleuren langs de weg.
Terwijl
ik op het scheikunde departement een Powerpoint presentatie over mijn
onderzoek
gaf, keek ik naar de gezichten in het publiek en dacht: hoe zouden ze
reageren
als ik opeens zou gaan dansen en zingen? Naar die baan kon ik dan
waarschijnlijk fluiten, maar ze zouden wel de tijd van hun leven
hebben. Over tien,
vijftien jaar zouden ze nog tegen elkaar zeggen: ‘Weet je nog dat
we die
kandidaat hadden die opeens begon te dansen en zingen?’
Op dat
moment besefte ik: boven alles ik ben een entertainer. Ik moet in een circus
gaan werken.
17 november 2007, Steven Verhelst
Fietsen
In Californië
zijn ze doodsbang om fietsers aan te rijden, met rare manouvres als gevolg. Al
vaak heb ik automobilisten midden op een kruispunt vol in de remmen zien gaan, wanneer
ze uit een zijstraat een fietser zien naderen.
Misschien komt het omdat fietsers hier met een
suicidale instelling op het zadel zitten. Dagelijks zie ik mensen op de
middenstreep fietsen, zonder licht rijden of uitzwaaien naar links of rechts
zonder over hun schouder te kijken.
Mijn huisarts heeft me zelfs aangeraden met
een helm te gaan fietsen. Statistisch gezien verlengt het je leven met een
jaar.
15 november 2007, Steven Verhelst
Kees Torn
Op de middelbare
school Westland-Zuid was hij ooit was een klasgenoot van mijn zus: Kees Torn.
Hij rookte sigaren, legde af en toe zijn been in zijn nek en reed rond op een
fiets met achteruitkijkspiegel. Sinds meer dan tien jaar is hij de enige kleinkunstenaar die
Drs. P. naar de kroon steekt, met virtuose liedjes voorzien van indrukwekkend
rijm en metrum.
Dit seizoen is hij te zien in het theater
met de voorstelling Dood en Verderf.
Ik las zojuist in de Volkskrant dat de show
van Torn de prijs voor het meest indrukwekkende theaterprogramma van het jaar
heeft gekregen, een inititatief van de Vereniging van Schouwburg- en
Concertgebouw Directies. Of het veel meer bezoekers zal opleveren betwijfel ik.
Torn blijft voor taalkundige fijnproevers.
12 november 2007, Steven Verhelst
Red-eye
Op vrijdagavond
nam ik de ‘red-eye’ van San Francisco naar Philadelphia. Red-eye vluchten
vertrekken laat in de avond van de westkust en arriveren, door het tijdverschil
van drie uur, vroeg in de ochtend aan de oostkust van de Verenigde Staten.
Ondanks twee tylenol PM tabletten viel ik
niet in slaap tijdens mijn vlucht. De kerel naast mij snurkte, en de mensen
achter mij waren in een druk gesprek verwikkeld.
Red-eye’s staan synoniem met kleine ogen van de slaap, en een enorm
ochtendhumeur.
De vorige keer dat ik een red-eye nam, zei
ik het ook al: dit doe ik nooit meer.
10 november 2007, Steven Verhelst
Lozano
Als mijn auto smerig is, ga ik naar Lozano Car Wash in Mountain View. Niet
dat ik te lui ben om mijn auto zelf te wassen; het heeft met efficiency te
maken. En aan de efficiency van Lozano kan ik niet tippen.
Bij de autowasserette werken
dertig, veertig mensen die in no-time rijen auto’s door de
semi-geautomatiseerde wasstraat werken. Iedereen heeft zijn eigen taak. Er zijn
stofzuigers, ramenlappers, hogedrukspuit-bedieners, en werknemers die de auto’s
na afloop met handdoeken droogwrijven.
In de tussentijd kun je gratis
popcorn eten, en koffie of citroenlimonade drinken. Maar je moet wel snel zijn,
want voor je het weet, is je auto klaar.
9 november 2007, Steven Verhelst
Biologie & de toekomst
Craig Venter, Amerikaans bioloog, wil in zijn laboratorium nieuwe organismen
creëren door genen met gewenste eigenschappen op te bouwen uit synthetisch
DNA en daarna in lege cellen te plaatsen. Hij krijgt kritiek dat het onethisch is. Of zelfs
gevaarlijk. Big deal.
Technologische ontwikkelingen hou
je niet tegen. Elke generatie krijgt zijn eigen problemen ermee, en elke generatie weet ze waarschijnlijk ook weer op te lossen.
Wat er ook zal gebeuren, het
biologisch instinct verandert niet.
Zaad uitstorten. Daar blijft de biologie
op gericht: het verspreiden van het concentraat van de krap dertigduizend genen
die de mens rijk is.
Ik meng mijn zaad liever met het
afwaswater dan dat ik mijn genen verspreid. Maar wie denkt er aan de genen
wanneer al je spieren zich samenspannen en je tijdens het ultieme moment in de
lakens grijpt, alsof je daar houvast kunt vinden voor de angstaanjagende toekomst?
7 november 2007, Steven Verhelst
Nur Literatur
Ik
ga nooit naar Nur Literatur. Niet omdat de kleur van de flyers altijd
zo lelijk is, maar omdat ik in Palo Alto woon. En dat is jammer, want
liever zou ik volgende week zaterdag, 17 november, in Rotterdam zijn
voor Nur Literatur 18. Met optredens van onder andere Herman
Brusselmans en Paul Mennes. Locatie: Museum Boijmans Van Beuningen.
Kijk voor meer informatie op www.nurliteratur.nl.
6 november 2007, Steven Verhelst
Truckstop
Als je
neergeschoten wil worden, moet je naar Oakland gaan, dat rumoer hangt hier in
de San Francisco Bay Area.
Ik ging naar Oakland.
Niet om neer geschoten te worden, maar om te
kijken bij een truckstop waar vrachtwagenchauffeurs kunnen tanken, douchen en
eten. Die truckstops betaan door het hele land. Ze komen voor in het verhaal
waar ik momenteel aan bezig ben, John
Mich en zijn vrouwen.
Oakland ligt niet langs een doorgaande weg,
en de truckstop was de moeite van het bezoeken niet waard. Een paar
benzinepompen, een hogedrukspuit waarmee trucks en opleggers schoongespoten
kunnen worden en een klein winkeltje. Ongetwijfeld was er ook een toilet aan de
achterkant, maar ik ben er niet gestopt. De directe omgeving was ook niet
interessant. Industrieterreinen. En containers, veel containers.
4 november 2007, Steven Verhelst
Vrijdagnacht
“Iedereen gaat maar dood
En de rest drinkt bier
In het café”
Misschien wel de meest simpele en beste tekst van Huub van der Lubbe,
zanger van De Dijk, uit het nummer ‘Niemand in de stad’.
Ik dronk bier gisteravond, met een
paar labgenoten, in Antonio’s Nut House op California Avenue, niet ver van waar
ik woon. We speelden darts, aten pinda’s. Tegen half twee gingen de lichten aan
en werden we weggejaagd (zo gaat dat in de VS).
Ik ging op de fiets naar huis.
Veel van de bargasten namen de auto – blaastesten kennen ze hier niet. Ik
fietste naar huis en dacht aan een andere tekst van Van der Lubbe: "Ik wil niet
dood op een tegenligger, ik wil niet dood in een buitenbaan, ik wil niet dood,
als het moet laat mij dan maar in de goot de pijp uit gaan."
3 november 2007, Steven Verhelst
Lekker wonen
Vlak bij mijn postbus hangt het bovenstaande bord. Mijn
appartementencomplex bevat chemicaliën die kanker veroorzaken. Althans, volgens
Californië.
Ik heb de lijst opgezocht, en hij
is achttien pagina’s lang. Veel uitgebreider dan die van de IARC, de
International Agency for Research on Cancer, en ik vroeg me af waarom.
Ooit heb ik aan de universiteit
Leiden colleges xenobiotica gevolgd bij professor Arne van der Gen. Daar leerde
ik dat chemicaliën – wat betreft hun risico op kanker – in verschillende
categoriën geclassificeerd zijn:
- group
1 (stoffen die carcinogeen zijn)
- groep
2a (stoffen die waarschijnlijk carcinogeen zijn)
- groep
2b (stoffen die misschien carcinogeen zijn)
- groep
3 (niet-classificeerbare stoffen)
- groep
4 (niet carcinogene stoffen).
Daarbij moet gezegd dat de laatste categorie slechts één stof bevat – want
het is verdomd lastig om te bewijzen dat iets geen kanker veroorzaakt.
Voor het gemak heeft Californië
groep 1, groep 2a en groep 2b samengevoegd onder de noemer: ‘wij weten dat ze
kanker veroorzaken.’
Ik trek me van het bord naast de
postbusjes geen snars aan. Het is hier lekker wonen. Ook met asbest in de vloer
of loodverf op de muren.
1 november 2007, Steven Verhelst
|
|
|