Stroomstoring
Aan de oostkust van de VS zitten een aantal bekenden van mij zonder stroom. In New York. In Boston.
Ook ik zat ooit zonder stroom aan de oostkust. In december 1998.
Buiten vloog de sneeuw. En binnen was het plotseling donker.
De lichten gingen uit.
De koelkast sloeg af.
De televisie ging op zwart.
Mijn roommate bleef gewoon op zijn fauteuil zitten, met de
afstandsbediening in zijn hand, starend naar het zwarte scherm.
Het was vrijdagavond. We zwegen. Ik liep naar de koelkast voor nog een biertje. Voordat het warm werd.
30 oktober 2012,
Steven Verhelst
Sneeuw
Ik ben nog geen dag terug uit Californië, en er ligt al een kleine
hoeveelheid sneeuw in mijn woonplaats in Duitsland. De winter begint
vroeg dit jaar.
De temperatuur gaat richting het vriespunt, maar mijn
stemming ligt er al onder. En mijn vriendin is ook nog een paar
dagen weg. Wat zit er anders op dan schelvispekel te drinken en vroeg
onder de dekens te kruipen, met de ijdele hoop dat dit slechts een boze
droom is, dat morgen de lente aanbreekt?
28 oktober 2012,
Steven Verhelst
Treurnis
Aan de interstate 15, direkt aan de grens met Californië, vind je
meteen een aantal casino's. Whiskey Pete's is er een van. Op mijn weg
terug van Las Vegas naar Redwood City stopte ik er kort om te
ontbijten. Het casino ging ik niet in. Terwijl ik een croissant at en
een kop thee dronk, stelde ik mij voor hoe mensen die geld of geen
zin hebben om door te rijden naar Las Vegas hier hun geld kwamen
verspelen. Daarna stapte ik in mijn auto en reed 850 kilometer. Ik
wilde weg uit Nevada, weg uit de VS, terug naar huis.
26 oktober 2012,
Steven Verhelst
Honkbal
De San Francisco Giants hebben de World Series bereikt. Honkbal. Een
sport die ik te traag vind om wedstrijden live bij te wonen. Goed,
erger dan cricket is het niet, maar een beetje meer actie mag wel.
Vanavond keek ik de tweede wedstrijd. De Giants wonnen tegen de Detroit Tigers en staan nu 2-0 voor in de best of seven.
Met een paar biertjes en gesprekken met vrienden is honkbal goed uit te
houden. Maar op die manier is bijna alles goed uit te houden.
25 oktober 2012,
Steven Verhelst
Calorieën
Bigger and better. Dat is een slogan die veel in de VS wordt gebezigd.
Downtown Las Vegas kwam ik het restaurant "Heart Attack
Grill" tegen. Ik had er al eens op televisie van gehoord, maar wist
niet dat ze in Vegas zaten. De serveersters zijn verkleed als
verpleegsters. De bestelling heet een "recept", en op het menu staan
onder andere single, double, triple en quadruple Bypass Burgers. De
grootste burger bevat meer dan 8000 calorieën. Dat is vier keer
meer dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Als je de triple of
quadruple burger helemaal weg weet te werken, word je als service in
een rolstoel naar je auto gereden. Mensen met een gewicht hoger dan 350
pond eten er trouwens gratis.
Ik ging het restaurant niet binnen, maar at als gezond alternatief een
Cobb salad
in The Cheesecake Factory, een restaurantketen met een filiaal in
Caesar's Palace Hotel & Casino. Het is een salade met ijsbergsla,
bindsla, andijvie, bieslook, tomaat, maar ook avocado, ei, bacon, kip
en een enorme hoeveelheid kaas. Ik schatte dat het enorme bord dat voor
mij op de bar werd neergezet, meer calorieën bevatte dan een Big
Mac. Maar goed. De illusie van gezond eten werd wel hoog gehouden.
23 oktober 2012,
Steven Verhelst
Geluk
Ik speelde een pokertoernooi in de Golden Nugget op Fremont Street,
Downtown Las Vegas. Waar de mensen treurig achter de gokkasten zitten,
met flesjes bier in hun hand. Ook om tien uur 's ochtends.
Na ruim twee uur spelen zat ik aan de laatst overgebleven
tafel van het toernooi. Maar uiteindelijk vloog ik er te vroeg uit om
prijzengeld op te strijken. Het kon me niet heel veel schelen. Ik zie
het meer als een spel, een uitdaging om tegenspelers te slim af te
zijn. Geen manier om rijk te worden.
Ik liep het casino weer uit, langs de automaten. De mensen
wachtten tot ze eindelijk de jackpot zouden winnen. Zou dat echt geluk
zijn? Ik heb het geluk al gevonden, in een vrouw. Geen kaartspel of
fruitautomaat dat daar verandering in brengt.
22 oktober 2012,
Steven Verhelst
Geen bijzonderheden in Barstow
In Barstow checkte ik in bij een motel aan East Main street. Er waren
44 kamers, maar er stonden slechts zeven auto’s op het
parkeerterrein. Ik was in een treurige stemming, want ik miste mijn
vriendin. En daar helpt een lege motelkamer niet tegen.
Ik moest een bar vinden. Een kroeg. Een drinkgelegenheid.
Waar ik een hamburger kon eten en met een bier aan de toog kon hangen.
Over East Main Street liep ik naar downtown Barstow. Het
was donker, en ik kwam alleen motels tegen. Het ene na het andere. Bij
geen enkele was het druk.
Na tien minuten zag ik eindelijk een groot bord met
‘Route 66 Sports bar & Grill”. Maar de bar was donker
en leeg. Failliet. Ook in het centrum stonden veel winkelpanden leeg.
Hier en daar hingen twee, drie mensen op de hoek van de straat. Verder
was het stil en donker.
Het was een decor waarin iemand je eerst om een sigaret of
wisselgeld zou vragen en vervolgens je portemonnee afhandig zou
maken.
Mijn paspoort had ik gelukkig in mijn motelkamer gelaten. Dat trof.
Uiteindelijk at ik in een Mexicaans restaurant tegenover
mijn motel. De serveerster die mij bediende, was drie keer zo zwaar als
ik. Haar bovenarmen waren zowat even dik als mijn benen. Ik hoopte niet
dat dat door de items op de menukaart kwam.
Ik nam twee enchiladas met bonen en rijst en waggelde met een meer dan volle maag terug naar mijn motelkamer.
Mijn vriendin miste ik nog steeds, en het lege king-size bed maakte dat alleen maar erger.
21 oktober 2012,
Steven Verhelst
Bunny museum
Ik ben in mijn leven al in een aantal vreemde musea geweest:
Psychiatry, an industry of death museum in Hollywood, het
Mutter museum in Philadelphia (een anatomisch museum met een collectie aan voorwerpen die uit de keel van mensen is gehaald), het
Kartoffelmuseum in München, het
Museum of Neon Art in Los Angeles.
Vandaag bezocht ik het
Bunny Museum
in Pasadena, gevestigd in het woonhuis van Candace Frazee en Steve
Lubanski. Als toegang wordt geadviseerd een krop sla mee te nemen voor
de twee levende konijnen. Naast de echte konijnen zijn er meer dan
29000 konijn-items tentoongesteld. Nou ja, tentoongesteld. Het
huis is eigenlijk te klein en alles staat op en onder elkaar in kasten
en op de grond. Er was zelfs een Elvis-konijn, met de naam Elvis
Parsley. Maar het leukste item vond ik zelf het konijn dat een
racewagen in de vorm van een wortel bestuurde.
Langer dan een half uur was ik niet binnen, omdat het
ondoenlijk was om elk van de negenentwintigduizend items afzonderlijk
te bekijken. Ik moest verder, in de richting van Las Vegas. Maar blij
dat ik dit museum had bezocht, was ik wel, want het is veruit het
vreemdste museum waar ik ooit ben geweest.
20 oktober 2012,
Steven Verhelst
Aardolie en mijn liefje
Ik liep over highway 246 naar de Hitching Post II om te gaan eten, en kwam langs een tankstation.
De prijzen van benzine zijn hoog. Veel hoger althans dan
toen ik in de VS woonde. Maar dat weerhoudt mensen er niet van om te
rijden.
Aardolie heeft de wereld kleiner gemaakt. Zonder aardolie
reden we nog rond met paard en wagen. Dan zou ik nooit op deze roadtrip
zijn gegaan, dan zou ik nooit in de VS hebben gewoond, en was ik
nooit voor mijn werk naar Duitsland verhuisd. En erger nog: dan had ik
nooit de Duitse vrouw leren kennen door wie ik nu gefascineerd ben.
19 oktober 2012,
Steven Verhelst
Honey, they shrunk my car
Ik had een
Economy-sized
huurauto gereserveerd. Maar toen ik bij het verhuurbedrijf kwam, was de
kleinste auto die ze hadden een Dodge Grand Caravan. Een minibusje dat
plaatsbiedt aan zeven personen. En dat een grote hoeveelheid benzine
verbruikt.
Ik nam de auto - wat kon ik anders doen?
"You are a good man," zei de man van het verhuurbedrijf. "I give you a GPS navigator for half price."
De volgende dag bestond nog de mogelijkheid om de auto om te ruilen. Toen kreeg ik een Ford Fiesta.
Het leek wel een film.
Honey, they shrunk my car.
Maar ik vond het wel best. Ik startte mijn Ford Fiesta,
zette de CD Californication van de Red Hot Chili Peppers op, en reed
over highway 101 naar het zuiden.
18 oktober 2012,
Steven Verhelst
Mole Poblano
Ik zat in een Mexicaans restaurant in Menlo Park achter een Tecate, een
Mexicaans bier dat nog het meest weg heeft van water. Gelukkig maakte
het eten dat ik besteld had veel goed. Mole Poblano. Een gerecht met
kip en een pittige saus waarin onder andere chocola en chili's zijn
verwerkt. Het smaakte goed, maar dat kan haast niet anders in
Californië.
17 oktober 2012,
Steven Verhelst
Pompoenen
Een aantal jaar geleden gaf ik mijn ouders een zakje pompoenzaad kado.
Nu hebben ze zeventig kilo aan pompoenen uit hun tuin geoogst. Meer nog
dan mijn moeder weegt. Ze maken er soep van, of lasagne, of taart of
weet ik veel wat.
In de VS liggen ook enorme hoeveelheden pompoenen in de
schappen. Maar van de meeste zal geen soep gekookt worden. Ze zijn voor
Halloween, over twee weken.
16 oktober 2012,
Steven Verhelst
Romney
Bus 30 bracht me naar Fisherman's Wharf in
San Francisco. Ik at clam chowder en liep over Jefferson Street, waar
straatartiesten en bedelaars geld proberen te verdienen.
Een zwerver zat met een kartonnen bord op zijn schoot. Give me money or else I will vote for Romney. Hoe veel geld hij had ingezameld, wist ik niet, maar ik hoop genoeg. Want op Romney als president zit ik niet te wachten.
14 oktober 2012,
Steven Verhelst
Palo Alto
Met twee vrienden ging ik uit eten in restaurant Pastis aan
California Avenue in Palo Alto. Franse keuken. Ik bestelde mossels met
friet en een glas chablis.
Op mijn weg terug naar Redwood City nam ik een grotendeels
fietsvriendelijke route - voor zover dat in de VS mogelijk is. Het
voerde me over een fietspad waar ik nog zelden gereden had.
Ik kwam langs Palo Alto High, een middelbare school,
waarover ik in de verhalenbundel Palo Alto van James Franco had
gelezen. Dat was dus hier, vlak langs de spoorbaan. Zo blijf je dingen
ontdekken, ook in plaatsen waar je ruim vier jaar gewoond hebt.
12 oktober 2012,
Steven Verhelst
Flesje wijn
Ik ging op kraambezoek in Menlo Park. Naast een babypakje van Bayern
München voor het kleine meisje wilde ik een fles wijn meenemen
voor de ouders. Die zou dezelfde avond nog wel opengaan, schatte ik,
zodat ik ook een glaasje mee kon proeven.
Uit de koeling van supermarkt Safeway had ik een Husch
Chardonnay uit Mendocino county uitgezocht. De man achter de kassa
vroeg om een identiteitsbewijs. Ik liet hem mijn Duitse rijbewijs zien.
'Heeft u geen paspoort bij u?' vroeg hij.
Het was het beleid van deze supermarkt om alleen
paspoorten of Amerikaanse rijbewijzen als identiteitsbewijs te
accepteren. Een raar beleid, waar ik het uiteraard niet mee eens was,
want mijn paspoort lag op mijn logeeradres.
De kassahulp zag er niet al te snugger en welbespraakt
uit. Ik praatte als Brugman, en zette mijn pet af om te laten zien dat
ik echt ouder dan dertig was (de leeftijd tot welke ze om papieren
moeten vragen). Ik zag de man twijfelen en langzaamaan denken: hoe kom
ik van deze kerel af? Hij besloot me de fles wijn mee te geven, want er
stonden nog meer mensen in de rij, die steeds ongeduldiger naar de
kassahulp keken.
11 oktober 2012,
Steven Verhelst
Parasieten
Ik ben opgeleid als organisch chemicus, maar ben steeds meer richting
biochemie en biologie gegaan. Veertien jaar geleden deed ik mijn eerste
celcultuur werk met menselijke cellijnen aan de Harvard Medical School.
Toen had ik een of hooguit twee flesjes met kankercellen groeien.
Deze weken werk ik voor het eerst met
eencellige parasieten die de mens kunnen infecteren. Om
genoeg parasieten te kweken, heb ik 25 platen met menselijke cellen
nodig. Het zijn speciale cellen die uit echt menselijk weefsel
geïsoleerd zijn. Een raar idee dat die buiten het lichaam gewoon
door blijven groeien. Voor een chemicus althans. Een bioloog vindt
zoiets waarschijnlijk vanzelfsprekend. Maar ik ben nog lang niet zo ver
om mijzelf bioloog te noemen.
10 oktober 2012,
Steven Verhelst
Rocket science
Met de kinderen van een vriend bij wie ik logeer, deden we in het
weekend een natuurkundig experiment - om de wet van behoud van impuls
te illustreren. We bouwden een geïmproviseerde raket van een
plastic Dr. Pepper fles, een paar stukken karton en een hoeveelheid
duct-tape. We lanceerden hem met hulp van water, een ventiel en een
fietspomp. Het naar beneden spuitende water gaf de raket zo'n impuls,
dat hij tien, vijftien meter de lucht in vloog. De kinderen waren in
extase; en ikzelf eigenlijk ook wel.
8 oktober 2012,
Steven Verhelst
Apple
Ik fietste over Bryant Street, door Palo Alto in de richting van
Mountain View. Op een kruising midden in een woonwijk kwam ik een boom
tegen die geweid was aan Steve Jobs. Met afgekloven appels erin, en een
bordje met een citaat.
Don't let the noise of other's opinion drown out your inner voice.
6 oktober 2012,
Steven Verhelst
Beer Pong
Ik had nog nooit
Beer pong gespeeld. Een drinkspelletje, dat eigenlijk alleen op
college parties
wordt gespeeld. Je probeert een pingpongbal in een van de bekerjes met
bier te gooien, en als dat lukt, moet de tegenstander het leegdrinken.
Eigenlijk ben ik te oud voor dit soort spelletjes,
maar onder het mom van 'je bent nooit te oud om te leren', deed ik een
poging.
'Ben je nog goed thuisgekomen?' vroegen vrienden van mij de volgende dag.
Ja, ik was thuisgekomen, terug in Redwood City. Hoe dat
was gebeurd, weet ik niet. Maar dat hoort waarschijnlijk ook bij
college parties.
5 oktober 2012,
Steven Verhelst
Incompleet
Vier jaar lang heb ik op Stanford gewerkt. Nu ben voor een aantal weken terug om proeven aan parasieten te doen.
Elke ochtend fiets ik van Redwood City naar de campus. Ik
rij tussen de villa's in Atherton, langs de bungalows in Menlo Park,
over de fietsbrug naar Palo Alto, met de zon in mijn gezicht.
Vanmiddag heb ik fietslampjes gekocht, en een bel, want
die ontbraken op de fiets die ik geleend heb. Mijn fiets is nu
compleet, maar zelf voel ik me incompleet. Er mist iets aan mij.
Niet mijn primitieve mobiele telefoon die niet werkt, niet een iPad die
ik volgens mijn zus moet kopen, en ook niet mijn scheerapparaat,
waarvoor ik een verloopstekker vergeten ben. Er zit een holte in
mijn ziel, een leegte in mijn hart, die alleen door één
speciale vrouw opgevuld kan worden.
4 oktober 2012,
Steven Verhelst
Redwood City
Ik ben terug in de San Francisco Bay Area. Ik logeer in Redwood City om
precies te zijn, niet ver van de Stanford campus. Vanochtend ging ik er
hardlopen. Dat is goed tegen de jetlag, had ik gelezen. Maar ik deed
het ook om een kroeg in de omgeving te vinden. Beide missies
mislukten. Om acht uur 's avonds werd ik al moe, en voor bier moest ik
bij de supermarkt wezen.
Nu drink ik een India pale ale terwijl ik uitgedoofd
op de bank zit. Misschien is bier goed tegen een jetlag, denk ik, en
besluit een tweede flesje uit de koelkast te halen.
3 oktober 2012,
Steven Verhelst
Complex
Vroeger, toen de mens nog uitsluitend het beroep van jager en
verzamelaar uitoefende, was het leven ongecompliceerd. Twee uur per dag
was er nodig om een eland of zwijn de kop in te slaan, en een handvol
bessen te vinden. Daarna vertelde je elkaar verhalen en keek je naar de
sterren aan de hemel zonder er ook maar iets van te begrijpen.
Ik zat aan een bar op het vliegveld Newark. Er hingen
twee televisies aan het plafond, met verschillende uitzendingen op
beide. De meeste mensen om mij heen typten op hun cellphones of hun
iPads.
Het leven is complex geworden.
Ik heb geen smartphone en ook geen iPad. Ik zat gewoon
achter mijn glas bier en wachtte op de dingen die zouden komen.
2 oktober 2012,
Steven Verhelst
Smaak van Amerika
Toen ik meer dan acht jaar geleden net in Amerika ging wonen, at ik
regelmatig pop-tarts als ontbijt. Nu niet meer. Ik eet niet zo veel
zoetigheid, en bovendien zijn ze in Europa nauwelijks verkrijgbaar.
Onlangs kreeg ik een doos van mijn broer. Waar hij ze
vandaag had, weet ik niet. Misschien uit een vliegtuig gevallen, of in
een Amerikaanse winkel. Nu eet ik er af en toe eentje. De smaak laat
mij een tijdreis maken naar vervlogen jaren.
Deze morgen eet ik de laatste pop-tart uit het pakje. Maar
erg is dat niet, want ik sta op het punt om naar Amerika te gaan.
1 oktober 2012,
Steven Verhelst