Kangoeroe
Eén reden om op vakantie te gaan is de zoektocht naar soevenirs, ook in het
verre Australië, waar ik in januari 2007 op vakantie ging. Mijn toenmalige vriendin
was er dol op, rondsnuffelen tussen de rekken met snuisterijen in
soevenirwinkeltjes. Ansichtkaarten, koelkastmagneten, knuffelkrokodillen – we
kwamen ze overal in de toeristische gebieden tegen. Ik raakte er al snel op
uitgekeken en dwaalde verdwaasd rond tussen de rekken met boomerangs en
didgeridoo’s.
En toen zag ik ze.
Eerst was ik niet helemaal zeker
wat ik voor me had.
Ze waren verpakt in plastic
blisters: lederen beursjes die je met een touwtje dicht kon knopen. Om munten
in te stoppen. Zonnebloempitten. Of ander los spul dat je niet kwijt wilde
raken.
Kangaroo pouches stond er op.
Ze waren stuk voor stuk gemaakt
van een kangoeroe-scrotum.
Op de achterkant van de blister
las ik de historie van het beursje. Een jonge aboriginal wist ooit een kleine
kangoeroe te vangen door hem aan de staart te trekken. Van de scrotum maakte
hij een beursje voor zijn meisje, om bessen en noten in te bewaren. En
sindsdien zijn die lederen beurzen van kangoeroescrotums razend populair.
Halverwege onze Australië-trip bezochten we een koala sanctuary, een
wildpark waar voornamelijk buideldieren en tropische vogels te zien waren.
Het woord kangoeroe, las ik in een
folder, komt van het woord gangurru, uit één van de Aboriginal-talen, waarmee
de grijze kangoeroe, de grootste soort kangoeroes, wordt aangeduid. Dit in
tegenstelling tot een veelgehoorde, maar onjuiste ethymologische verklaring,
waarin kapitein James Cook op verkenning door Australië een onbekend dier
tegenkomt. Hij vraagt een Aboriginal om raad, en die zegt ‘kangoeroe’: ‘Ik
begrijp u niet’. Maar die vertaling is
dus onjuist.
Castratie (door hun zak als beurs
te verkopen) is trouwens een goede methode om overpopulatie van kangoeroes te
voorkomen. Maar of het humaner is dan afschieten, weet ik niet.
In
het wildpark vroegen we wat het
evolutionaire voordeel was voor buideldieren. De dierenverzorger
antwoordde:
‘Als een buideldier wordt aangevallen door een roofdier, gooien
ze het kind uit de buidel, zodat ze zelf kunnen vluchten. Ze maken
later wel weer een nieuw.’
Een mannelijke filosofie: gooi de
kinderen overboord, en ga zelf in het ruim een biertje drinken. Niks mis mee.
Ik mag die buideldieren wel. Maar mijn vriendin vond ze plots een stuk minder
schattig, en mij ook.
Steven
Verhelst
|
|
Vorige
columns
Met Marcel Maassen op brouwerij-tour
Palahniuk
Valpartijen
De geschiedenis van mijn kaalheid
Zelfhulpgroep
Een dagje Dachau
Zeemeermin
Kangoeroe
Atheïstenbus
Martini, en zure lucht
Planecrash
Solliciteren in Indiana
Een goede dag voor de zweetdruppel
Spijsvertering
Asperges eten in Beieren
Tandarts
Lucifer
O'brien
Vertrouw
niet op een taxi, vertrouw op jezelf
Met
Marcel Maassen naar Napa Valley
Stofzuigers,
honden en hernia's
Tomaat
De
meest onbetrouwbare klootzakken ter wereld
(Do
not stay in) Abbeyfield Guesthouse |