Stofzuigers, honden en hernia's
Het is te warm in huis om te stofzuigen. Op
het balkon is het uit te houden, maar alleen idioten stofzuigen hun balkon. En
ik ben geen idioot. Tenminste, niet in mijn vrije tijd.
Mijn
stofzuiger is wel idioot. Het is een
klein model Electrolux, oranje van kleur, 1000 watt. Het snoer rolt niet meer
automatisch in en de onderdelen hangen met plakband aan elkaar. Van m’n oma is
ie geweest. M’n oma is nu dood, maar de stofzuiger doet ’t nog.
Eigenlijk hoort die stofzuiger in een museum, maar geen enkel museum wil
’m hebben. In het letterkundig museum hebben ze al een stofzuiger. Het is de
Nilfisk van Simon Vestdijk. Vestdijk kon zich niet concentreren als hij het
hondje van zijn buurvrouw hoorde keffen. Dan zette hij z’n stofzuiger aan en stopte
twee dopjes van thermometerhulzen, gevuld met nat krantenpapier, in zijn oren,
zodat hij weer ongestoord kon schrijven.
Persoonlijk vind ik Vestdijk trouwens een flutschrijver. Wat mij betreft
had zijn buurvrouw een olifant met bronchitis als huisdier mogen hebben.
Ikzelf heb geen last van huisdieren. Het
enige dier dat ik heb, staat in een weckfles op sterk water: een embryo van een
hond. Ook mijn buren hebben geen huisdier. Toch heb ik last van mijn buren; ze
praten nogal hard. Zelf praat ik helemaal niet hard. Sterker nog: als ik thuis
ben, praat ik helemaal niet. Ik heb
namelijk niemand om tegen te praten, behalve mijn hond op sterk water. Maar
mensen die tegen honden op sterk water praten, zijn niet helemaal fris in hun
hoofd.
Naast luid praten, zorgen mijn buren ook voor andere vervelende
geluiden, zoals boren, hameren, Braziliaanse muziek, klaarkomen en met het
hoofd tegen de muur slaan.
Het
enige geluid dat ik maak, is
stofzuigen. Maar dat komt zelden voor, want ik heb er nooit zin in.
Waar ik wel zin in heb is in hoog tempo bier drinken, zoals Herman
Brusselmans, toen hij, nog onbekend, als bibliothecaris werkte. ’s Ochtends
dronk hij één sixpack, ’s middags een tweede, en voordat hij naar de kroeg
ging, een derde. En dan moesten er nog vijftien gin-tonics volgen.
Maar het probleem van een alcoholist is, dat je van je hobby niet je
beroep kunt maken. Daarom is Brusselmans gestopt met drinken. Bovendien kreeg
hij last van een hernia – al wisten de doktoren niet welke rol de alcohol
hierin had gespeeld. ‘Het is een ontsteking van de zenuwuiteinden,’ zeiden ze.
De medische wetenschap – ik heb er geen vertrouwen in.
Mijn oma kreeg op een gegeven moment ook een
hernia. Waarschijnlijk van het vele stofzuigen. Verder had ze tijdens de
laatste jaren van haar leven last van suikerziekte, haaruitval,
nierstoornissen, problemen met de lever en af en toe een verkoudheid. En de
dokters – die wisten het ook niet meer. Uiteindelijk overleed mijn oma op de
intensive care, vastgekluisterd aan allerlei apparaten.
Zelf hoop ik nooit last te krijgen van een hernia. Aan het stofzuigen
zal het niet liggen. Wel moet ik mijn alcoholconsumptie minderen. Want intussen
heb ik in de zevenendertig minuten dat ik aan deze column werk, al vier glazen
bier naar binnen gegoten, en begin ik zo
licht in mijn hoofd te worden, dat ik boven de Braziliaanse muziek van mijn
buren uit, zacht geblaf uit de weckfles begin te horen.
Steven Verhelst
|
|
Vorige
columns
Met Marcel Maassen op brouwerij-tour
Palahniuk
Valpartijen
De geschiedenis van mijn kaalheid
Zelfhulpgroep
Een dagje Dachau
Zeemeermin
Kangoeroe
Atheïstenbus
Martini, en zure lucht
Planecrash
Solliciteren in Indiana
Een goede dag voor de zweetdruppel
Spijsvertering
Asperges eten in Beieren
Tandarts
Lucifer O'brien
Vertrouw niet op een taxi, vertrouw op jezelf
Met Marcel Maassen naar Napa Valley
Stofzuigers, honden en hernia's
Tomaat
De
meest onbetrouwbare klootzakken ter wereld
(Do
not stay in) Abbeyfield Guesthouse
|