Met Marcel Maassen naar Napa Valley
Vrijheid, dat is een auto die je
brengt naar waar je maar wilt. Dat is rijden, bewegen, asfalt dat onder
je door raast. En niemand
die mee hoeft. Want die auto, die auto is van jou.
Ik reed met mijn auto naar Napa Valley, het gebied in Californië met de
beste wijngaarden. Niemand ging mee – ik was vrij. Maar met een boek ben je
nooit alleen.
Iemand die met een boek rondloopt, ziet er een stuk resoluter uit dan iemand met lege handen.
Ik had ‘On the Road’ van Jack
Kerouac en ‘Blauwe Damp’ van Marcel Maassen bij me. Die laatste had ik onlangs
via Marktplaats.nl gekocht van iemand die zich voordeed als Wijnand. Maassen
lag op de bijrijdersstoel en Kerouac, samen met mijn fototoestel en een flesje
water, op de achterbank.
Toen ik Napa Valley binnenreed,
opende ik het raampje van mijn portier. De geur die er in de lucht hangt, drong
mijn auto binnen. Het was een geur van wijnkelders, van gefermenteerde druiven
en met wijn doordrenkte eikenhouten vaten.
Ik kwam in een goede stemming.
Mijn eerste stop was bij de
wijngaard van Louis M. Martini, waar ik een paar flessen van mijn favoriete
pinot gris insloeg. Ik zocht een geschikte wijn voor Thanksgiving, op welke dag
traditiegetrouw een gevulde kalkoen wordt geserveerd, en proefde een aantal
merlots en cabernets sauvignons.
‘Credit card?’ vroeg de vrouw
achter de bar, die mij de wijnen had ingeschonken.
Ik knikte en reikte naar mijn
portefeuille. Onlangs las ik dat inwoners van de Verenigde Staten een gezamenlijke
credit card schuld van 750 miljard dollar hebben. Ik gebruik mijn kaart slechts
af en toe, voor grote bedragen of aankopen online. Maar er zijn mensen die
alles op krediet betalen, hun huur, hun boodschappen, hun tandartsrekening.
Om half twee reed ik St. Helena
binnen. Ik at er in restaurant Market.
‘Eén voor lunch?’ vroeg de kelner
die mij naar een tafel bracht enigszins verbaasd.
Ik droeg het boek van Marcel
Maassen onder mijn arm bij me, maar iets weerhield me ervan om te zeggen: ‘Nee,
twee voor lunch.’
De kelner gaf mij het menu en
somde de specialiteiten van de dag op. Ik maakte snel een keuze, ik hou niet
van wikken en wegen als het om een lunch gaat.
Vooraf nam ik drie oesters, en
mijn hoofdgerecht bestond uit coquilles St. Jacques met bloemkoolpuree, op een
bedje van geroerbakte bladgroente en gegarneerd met spekjes en wat kruiden die
ik niet thuis kon brengen. Ik dronk er een glas Sauvignon Blanc bij van een
wijngaard die zich nog geen twee mijl van het restaurant bevond.
Na mijn lunch ging ik buiten op
een bank in Blauwe damp zitten lezen.
“Ruig noemden we onszelf. Wij waren de
ruigen, en iedereen die niet ruig was, was een eikel.”
Tussen pagina’s 132 en 133 van het
boek vond ik een transactiebewijs van een NS-betaalautomaat uit Nijmegen voor
een treinkaartje van zestien euro. Het boek was door Wijnand blijkbaar geeneens
uitgelezen en het papiertje had, gezien de datum van de transactie (22 april
2004) al meer dan drie jaar in het boek gezeten. Ik was blij dat ik het boek
uit de klauwen van Wijnand had bevrijd.
‘Dit is een lekker boek,’ zei ik
bij mijzelf. Ik bekeek de blauw-met-gele voor- en achterkant en las nogmaals de
flaptekst. “Ik wist niet wat trekken was.
Of rukken. En van blauwe damp had ik ook nog nooit gehoord. ‘Bij jou komt er
alleen maar blauwe damp uit,’ had Gerard tegen mij gezegd en iedereen had
gelachen. ‘Wacht maar,’ dacht ik, ‘jou krijg ik nog wel.’ Maar waar het precies
om ging?”
Ik heb Marcel Maassen één keer
ontmoet, tijdens Nur Literatur 2. Twee boeken heeft hij op zijn naam staan.
Naast blauwe damp schreef hij Mantelwater, een prachtwerkje. Maar
verkopen deden ze nauwelijks. Tegenwoordig moet je eerst een bestseller
schrijven voor je andere werk wordt opgemerkt. Ik noem dat het Joe Speedboot
effect (hoewel Tommy Wieringa met Alles over Tristan al niet onopgemerkt was
gebleven).
In elk geval hoop ik dat Maassen
binnenkort met een nieuwe roman uitkomt. Hij is copywriter van beroep, maar het
zou mooi zijn als hij met zijn romans een smak geld zou kunnen verdienen.
Ik ben wetenschapper, schrijver,
en levensgenieter. Geen van allen levert mij een smak geld op. Maar dat kon me
op dat moment in Napa Valley niet schelen. Ik zat met mijn kop in de zon te
lezen, op een bank in het stadje St. Helena. Dit was vrijheid, die ik desnoods
met credit card wilde betalen.
Steven Verhelst
|
|
Vorige
columns
Met Marcel Maassen op brouwerij-tour
Palahniuk
Valpartijen
De geschiedenis van mijn kaalheid
Zelfhulpgroep
Een dagje Dachau
Zeemeermin
Kangoeroe
Atheïstenbus
Martini, en zure lucht
Planecrash
Solliciteren in Indiana
Een goede dag voor de zweetdruppel
Spijsvertering
Asperges eten in Beieren
Tandarts
Lucifer O'brien
Vertrouw niet op een taxi, vertrouw op jezelf
Met Marcel Maassen naar Napa Valley
Stofzuigers, honden en hernia's
Tomaat
De
meest onbetrouwbare klootzakken ter wereld
(Do
not stay in) Abbeyfield Guesthouse
|