Tandarts
Na twee jaar in Californië moest
ik maar eens naar de tandarts gaan. Dat was de mening van mijn vriendin. Mijn
vriendin heeft wel vaker een mening. Maar in dit geval had ze gelijk.
De tandarts was een jonge, Vietnamese vrouw met wangen als een Hollandse
boerin. Lekker vlezig. Ze stelde zich voor als dokter Nguyen. Uit te spreken
als ‘Win’. Verder zei ze niet veel, behalve: ‘Mouth wide open, okay?’
Ze had er een uur over gedaan om te constateren dat er vier gaatjes in
mijn tanden zaten en mijn gebit een grondige schoonmaakbeurt nodig had.
‘You floss, no?’
Nee, ik gebruikte mondwater, zei ik. Iedereen in Californië gebruikt
mondwater, behalve de zwervers in San
Francisco. Terwijl zij het waarschijnlijk het hardste
nodig hadden.
Ik citeerde de bijsluiter van Listerine. ‘Net zo effectief als flossen.’
‘Mouth wide open!’ zei dokter
Nguyen. Daarna begon ze te giechelen als een schoolmeisje. ‘Mouthwash no good. Floss. You must floss.’
Ze bestudeerde de panorama X-ray van mijn gebit en wierp daarna weer een
blik in mijn mond.
Bij mijn tandarts in Nederland
had ik tijdens een halfjaarlijkse controle nog nooit langer dan vijf minuten in
de stoel gelegen. Misschien omdat ik toen nog geen mondwater gebruikte, en zo uit
mijn bek stonk dat elke minuut langer voor de tandarts ondraaglijk was. Maar het
kan ook komen
doordat ik een sterk gebit heb, net als mijn grootvader. Zijn leven lang heeft
hij al zijn tanden in zijn mond gehouden. Ik ben de dertig gepasseerd, en ik lijk veel op mijn grootvader. Ik
ben nu al net zo kaal als hij op zijn zeventigste. Maar mijn gebit is even sterk.
Nog nooit in mijn leven had ik kiespijn gehad; mijn laatste gaatje dateerde van
vijftien jaar geleden.
Nu had ik plotseling vier
gaatjes, en een week later kwam ik weer bij dokter Nguyen, voor een schoonmaak
en twee vullingen.
De assistente gaf me een veiligheidsbril – tegen rondvliegend speeksel,
zei ze.
Ik ging met de bril op in de stoel liggen en opende mijn mond. Dokter
Nguyen propte meteen wattenrolletjes tussen mijn wangen en tandvlees. ‘Mouth
wide open. Okay?’
De assistente stak een
watersproeier en een afzuigslangetje in mijn mond, terwijl dokter Nguyen begon
met het verwijderen van overtollig tandsteen. Ze droeg een plastic
scherm voor haar gezicht, zoals lassers dat hebben om zich te beschermen tegen
vonken en metaaldeeltjes.
Er werd meer water weggezogen dan er in mijn mond gespoten werd, en na
vijf minuten was mijn tong en verhemelte kurkdroog. Dokter Nguyen was nog
steeds bezig met de schoonmaak. Ik had geen idee welk apparaat er gebruikt
werd, maar het geluid resoneerde in mijn schedelpan, en ik proefde bloed dat
kennelijk uit mijn tandvlees kwam sijpelen.
‘Nu gaan we boren,’ zei de assistente. Mijn nagels klauwden in mijn bovenbeen. Meer tegen de zenuwen dan
tegen de pijn, want ik had twee injecties met Novocaine gekregen.
Lekker boren in de tandartsstoel. Daar geeft Google Images toch wat meer
erotische voorstellingen van dan de manier waarop ik erbij lag.
Eerst kwam het hoge, scherpe
geluid dat het harde glazuur rondom het gaatje verwijdert, daarna een lager
gebrom. ‘Dan wordt het zieke tandbeen weggehaald,’ zei mijn vriendin
later.
‘Big hole,’ zei dokter Nguyen,
‘very big hole.’
‘Als ik een half uur in jouw gaatje boor, wordt het ook flink groter,’
wilde ik zeggen. Maar ik had mijn mond wijd open, en nam niet eens meer de
moeite om geluid voort te brengen.
Na vijf kwartier waren de twee
kiezen gevuld met wit composiet, die met UV straling gepolymeriseerd werden.
Amalgaam wordt in Californië niet meer gebruikt. Het was wel sterker dan
composiet, had dokter Nguyen gezegd voordat ze aan de behandeling begon. Maar de
mensen wilden geen kwik meer in hun mond – dat vinden ze eng.
Dokter Nguyen borg de boren weg en stond op. Ik wilde me ook oprichten,
maar ze duwde me terug in de stoel. ‘You
stay here,’ zei ze. ‘ With mouth wide
open.’
Er kwam nog een mondhygiëniste om mijn tanden te polijsten en de hele
boel eens stevig te flossen. Kassa. Vijfenzestig dollar eigen bijdrage. Maar ik
kreeg wel een tasje met gratis tandenborstel, tandpasta en flosdraad kado.
Dankuwel.
Uiteindelijk mocht ik na bijna twee uur naar huis. ‘De vullingen kunnen wat
gevoelig zijn,’ zei de assistente, toen ik mijn jas van de kapstok pakte. ‘Maar
als u veel last hebt, krijgt u een wortelkanaal behandeling. Have a nice day!’
De hele dag smaakte mijn mond naar verbrand plastic. Maar ’s avonds spoelde
ik die smaak weg met een Pinot Gris die ik eerder die week in Napa Valley
gekocht had – een verfrissende wijn met een palet van perzik, meloen en rijpe
vijgen. Een smaak van honing vulde mijn mond. Citrus. En langzaamaan vergat ik wat er die dag was
gebeurd.
Steven Verhelst
|
|
Vorige
columns
Met Marcel Maassen op brouwerij-tour
Palahniuk
Valpartijen
De geschiedenis van mijn kaalheid
Zelfhulpgroep
Een dagje Dachau
Zeemeermin
Kangoeroe
Atheïstenbus
Martini, en zure lucht
Planecrash
Solliciteren in Indiana
Een goede dag voor de zweetdruppel
Spijsvertering
Asperges eten in Beieren
Tandarts
Lucifer O'brien
Vertrouw niet op een taxi, vertrouw op jezelf
Met Marcel Maassen naar Napa Valley
Stofzuigers, honden en hernia's
Tomaat
De
meest onbetrouwbare klootzakken ter wereld
(Do
not stay in) Abbeyfield Guesthouse |